Noodtoestand in hoofdstad van Ecuador om brandstofprotesten
De president van Ecuador heeft de noodtoestand in drie provincies uitgeroepen vanwege demonstraties van inheemse groepen die eisen dat de brandstofprijzen omlaag gaan. Ook hoofdstad Quito valt onder het gebied waar de noodtoestand van kracht is, zei president Guillermo Lasso.
De demonstraties tegen de overheid zijn sinds die afgelopen maandag begonnen meerdere keren uitgelopen op gewelddadige confrontaties tussen actievoerders en de oproerpolitie. Zeker 43 mensen zijn gewond geraakt en er zijn 36 arrestaties verricht.
Ecuador heeft te kampen met stijgende inflatiecijfers, hoge werkloosheid en armoede, die tijdens de coronapandemie is toegenomen. Sinds 2020 zijn de brandstofprijzen fors gestegen en in het geval van diesel bijna verdubbeld.
Sinds inheemse Ecuadoranen de acties begonnen, hebben ook studenten, arbeiders en anderen zich aangesloten. De demonstranten hebben onder meer belangrijke snelwegen geblokkeerd in het Zuid-Amerikaanse land, waaronder wegen naar en rond Quito. De actievoerders hebben aangekondigd door te gaan totdat hun eisen zijn ingewilligd.
Conaie, een invloedrijk samenwerkingsverband van inheemse groepen dat opriep tot het protest, eist onder meer dat de overheid snijdt in de brandstofprijs. Ook zou president Lasso moeten ingrijpen om voedsel betaalbaar te houden. Gesprekken daarover met de regering hebben tot dusver geen doorbraak opgeleverd.
Door de noodtoestand uit te roepen krijgt Lasso meer bevoegdheden om bijvoorbeeld het leger in te schakelen en een avondklok in te stellen. Vrijdag kondigde hij, om de gemoederen tot bedaren te brengen, onder meer aan dat maandelijkse uitkeringen voor de armste mensen in Ecuador iets omhoog gaan.