Schrappen strafzaken knaagt aan gevoel van rechtvaardigheid
Het openbaar ministerie (OM) maakte donderdag bekend in Gelderland zo’n 1500 strafzaken niet voor de rechter te brengen. Hoewel het gaat om kleine zaken, knaagt deze maatregel aan het gevoel van rechtvaardigheid en tast die ook het fundament van de rechtsstaat aan.
Dat maakt deze ingreep –hoe begrijpelijk ook– onverteerbaar, temeer omdat er ook slachtoffers bij betrokken zijn.
Het gaat om zaken die al meer dan anderhalf jaar op de plank liggen en waarvoor de rechter maximaal een jaar cel kan geven, zoals een diefstal, vernielingen, verkeersovertredingen of het bezit van wiet. De 1500 zaken haalt het OM weer terug van de politierechter. Een deel handelt het OM zelf af door middel van een beschikking, maar het grootste deel zal worden geseponeerd, aldus het OM Oost-Gelderland. Meer dan 1000 verdachten gaan daardoor vrijuit.
Reden is het personeelstekort bij de rechtbank in Gelderland. De achterstand begon tijdens de coronaperiode op te lopen –toen zittingen door de coronamaatregelen een tijd niet konden doorgaan– en groeide daarna door een tekort aan rechters alleen maar verder. Daarnaast speelt de complexiteit van andere rechtszaken een rol en kosten zaken meer tijd door de grotere rol die slachtoffers erin hebben gekregen, aldus de rechtbank.
Hoe begrijpelijk deze redenen ook kunnen zijn, toch knaagt het sepot –het niet in behandeling nemen van een strafbaar feit– aan het gevoel van rechtvaardigheid. Het openbaar ministerie besloot ooit deze zaken voor de politierechter te brengen. Dat deed het niet voor niets: er zijn regels overtreden, er is sprake van onrecht of iemand heeft schade opgelopen. Een van de doelen van het strafrecht is vergelding. Wie een strafbaar feit heeft begaan, mag daar niet mee wegkomen; hij verdient straf. Met dit sepot wordt het fundament van de rechtsstaat geraakt.
Zeer pijnlijk, noemt de rechtbank het besluit. Ingrijpend, zegt hoogleraar Henny Sackers, verbonden aan de rechtenfaculteit in Nijmegen. Een hard gelag, aldus voorzitter Rosa Jansen van Slachtofferhulp.
Juist het perspectief van de slachtoffers maakt de Gelderse maatregel onverteerbaar. Voor een deel van hen is het doen van aangifte al een hele stap. Als het OM uiteindelijk besluit de zaak voor de rechter te brengen, geeft dat al een gevoel van rechtvaardigheid. Voor slachtoffers –ook in voor het OM kleine zaken– is een rechtszaak ook om psychologische redenen een belangrijk moment. Een zitting is voor hen vaak het begin van herstel. Met dit sepot zijn ze, zoals Slachtofferhulp terecht zegt, niet alleen slachtoffer van een misdrijf, maar ook van het systeem. Daar komt bij dat met het schrappen van de rechtszaken ook de mogelijkheid tot schadevergoeding vervalt.
Rechtbanken doen er alles aan om achterstanden in te lopen, onder meer door meer rechters op te leiden. Een goede maatregel, maar die neemt het knagende gevoel niet weg.