Vooral coalitiepartijen SPD en Die Grünen zijn ontevreden. Zij vinden dat de zogeheten ‘Tankrabatt’ te weinig te merken is aan de pomp. „De korting is er voor forensen, niet voor oliemultinationals”, klonk het bij SPD-partijleider Lars Klingbeil. Zijn collega Ricarda Lang van De Groenen vindt dat burgers te weinig aan de accijnsverlaging hebben. Toch blijft ze achter het beleid staan dat haar partij met de SPD en FDP overeen is gekomen.

De Groenen en de SPD willen graag dat olie- en gasbedrijven extra belasting betalen over de hoge winsten die het gevolg zijn van de gestegen prijzen voor de fossiele brandstoffen. Voor Lindner, van de liberale FDP, is dat echter geen optie. De discussies over dat thema lopen dus nog binnen de coalitie. Zo’n extra belasting zou voor Berlijn een extra inkomstenbron zijn nu er accijnzen wegvallen door de tijdelijke verlaging.

Economieminister Robert Habeck van De Groenen heeft de olie- en gasconcerns in het weekend met een hard optreden gedreigd. Hij wil de mededingingsregels aanscherpen en eventueel bedrijven opbreken als ze te veel marktmacht hebben. Ook zou het makkelijker moeten worden om illegale winsten in beslag te nemen.

In Nederland verlaagde de regering al eerder dan in Duitsland de accijns, maar door de gestegen olieprijzen en de goedkopere euro ten opzichte van de dollar zijn de effecten daarvan ook verdampt. Afgelopen week werd een nieuwe recordstand van net boven de 2,50 euro per liter euro 95 (E10) bereikt. Overigens was er ook in Nederland kritiek op de accijnsverlaging omdat daarmee iedereen voordeel heeft en niet alleen de mensen die het meeste last hebben van de hoge brandstofprijzen.