De zes kinderen werden in oktober 2019 ontdekt in een boerderij in Ruinerwold, waar zij met hun vader Gerrit Jan van D. in afzondering leefden. Dit werd ontdekt doordat een van de kinderen alarm sloeg in het dorp.

De kinderen waren nooit door hun vader aangegeven bij de burgerlijke stand, bezochten geen school en kregen geen medische zorg. De agenten troffen de kinderen aan in een verborgen ruimte, hun vader was door een hersenbloeding aan bed gekluisterd. B. was ook op de boerderij aanwezig. Hij zorgde voor het onderhoud van het pand en steunde het gezin financieel.

Gerrit Jan van D. heeft nog drie oudere kinderen. Zij verlieten het gezin voordat het de boerderij in Ruinerwold betrok. De rechtbank vindt niet dat de drie oudste kinderen van hun vrijheid zijn beroofd. Zij waren, in tegenstelling tot de zes jongste kinderen, wel ingeschreven bij de burgerlijke stand en gingen naar school. Zij konden zich daardoor fysiek bewegen in de buitenwereld. Volgens de rechter speelde B. ook geen rol bij de mishandelingen. Dit gebeurde altijd buiten zijn aanwezigheid om. De man werd van dit feit vrijgesproken.

De vader zag zichzelf als de nieuwe Messias. Hij bereidde zijn kinderen voor op een leven in een nieuwe wereld. Zij werden door hem „gezuiverd van kwade geesten” door eenzame opsluiting en mishandeling. Het gezin verhuisde geregeld in Overijssel en Drenthe. Volgens de rechter indoctrineerde Van D. zijn kinderen met zijn geloof en maakte hij hen angstig voor de buitenwereld. Daardoor durfden zij het gezin niet te verlaten. B. was de schakel tussen het gezin en de buitenwereld en zonder zijn bijdrage was het voor de vader niet mogelijk de kinderen voor zo’n lange periode te isoleren.

Volgens de rechter had B. als volgeling van Van D. een minder grote rol in het geheel, maar was hij geen slachtoffer. De celstraf valt lager uit dat de eis van het OM, omdat de rechter minder bewezen vindt.

De rechtbank verklaarde B. ook medeschuldig aan de vrijheidsberoving van een landgenoot die in 2009 werkzaam was voor Van D. De Oostenrijker werd mishandeld en een tijdlang opgesloten.

Vorig jaar maart stopte de rechtbank de strafzaak tegen Van D. (69), omdat hij als gevolg van een hersenbloeding niet zou begrijpen waarvoor hij terechtstaat.

Josef B. legt zich niet neer bij het vonnis van de rechtbank in Assen en laat via zijn advocaat Yehudi Moszkowicz weten dat hij in hoger beroep gaat. „We zijn het niet eens met deze veroordeling. Wij vinden dat Josef B. niet strafbaar heeft gehandeld. Dus er komt nog geen einde aan deze zaak, helaas”, zei de raadsman.