Strijd tegen maffia: in Bagdad is het rustiger dan in Napels
Een bendeoorlog in Napels eist sinds oktober gemiddeld één dode per dag. In twee buitenwijken staat de bewoners het water aan de lippen.
Zwaailichten van een jeep van de carabinieri lichten nerveus op aan de kant van de weg. Drie mannen met kogelvrij vest en een mitrailleur in aanslag kijken wantrouwend naar de auto’s die langsrijden. Af en toe wordt er een naar de kant gehaald.
De patrouille staat op de centrale Corso Secondigliano, een winkelstraat, op de grens tussen Secondigliano en Scampia, twee buitenwijken aan de noordkant van Napels. Hier woedt een bendeoorlog, die sinds het begin van dit jaar zo’n 125 slachtoffers heeft geëist.
„Ik mag niets zeggen over de aard van ons werk”, vertelt een van de carabinieri. Maar buiten het gezichtsveld van zijn collega’s fluistert hij dat ze weer een van de buitengewone patrouillediensten hebben.
Napels heeft de hoogste dichtheid aan wetshandhavers per inwoner, maar daarvan was tot voor kort in sommige wijken weinig te merken. Napels is, in de woorden van minister Calderoli van de extremistische partij Lega Nord, erger dan Bagdad. „Als we onze militairen uit Irak terugtrekken”, zei hij vorige week, „sturen we hen naar Napels. In Bagdad is het rustiger.”
Op aandringen van de minister van Binnenlandse Zaken hebben politie en de carabinieri de laatste week grote politieacties op touw gezet. In totaal werden niet minder dan 700 mannen en vrouwen opgepakt. Dat moet het gevoel van onrust bij de bevolking wegnemen; de camorra wordt er niet echt mee aangepakt.
Dat de camorra niet geeft om een mensenleven meer of minder, is een bekend feit. Vorig jaar sneuvelden bijvoorbeeld 62 mensen door camorrageweld. Tijdens een bendeoorlog in de jaren ’80 kwamen jaarlijks 250 mensen om.
De geweldsexplosie van dit jaar heeft te maken met het feit dat camorraleider Paolo Di Lauro de controle over de drugshandel in Noord-Napels heeft verloren sinds hij voor de politie onderduikt. Een van zijn tien zonen, die Di Lauro als zijn plaatsvervanger aanstelde, genoot onvoldoende vertrouwen bij de bende. Een deel begon zijn eigen clan en stortte zich ook op de zeer lucratieve drugshandel. Sindsdien is het oorlog tussen wat over is van de clan-Di Lauro en de zogenaamde Afgescheidenen. Met name vanaf eind oktober is het raak, met gemiddeld één dode per dag.
Aan de rand van Secondigliano, onder de rook van het vliegveld, ligt het ziekenhuis San Giovanni Bosco. Directeur Maurizio di Mauro houdt vol dat de situatie niet ernstig is. Hij lijkt bang te zijn dat zijn instelling een slechte naam krijgt. „We kunnen er ook niet veel aan doen dat ons ziekenhuis het dichtst bij Secondigliano en Scampia ligt. De laatste tijd hebben we wat meer schietincidenten. Maar op 350 eerstehulpgevallen per dag valt dat niet echt op.”
Het ziekenhuis is 28 jaar geleden gebouwd en sindsdien lijkt er geen onderhoud meer te zijn gepleegd. De bovenste etage staat leeg. Het is daarmee even troosteloos als de buurt. Met name Scampia is een treurige wijk. In de jaren ’70 werd dit deel van Napels volgebouwd met hoge woonflats. Er zijn nauwelijks voorzieningen. Het lijkt de Bijlmer wel, voordat die Amsterdamse wijk werd gerenoveerd. De ”Zeilen” -een paar flats waarin je de vorm van een zeil kunt herkennen- staan in Italië voor mislukte stadsplanning.
Wat de buurt nog treuriger maakt zijn de brede avenues die de wijk doorkruisen. Er is in de hele wijk geen richtingsbord te zien. Wie er eenmaal in belandt komt er niet meer uit, lijkt de boodschap.
Vooral in Scampia wordt gemoord. De buurt heeft de laatste twee weken te maken met een nieuw fenomeen: camorristi die elkaars woningen afbranden. Er zijn ten minste twintig appartementen in rook opgegaan met deze tactiek van de verschroeide aarde.
Alle ramen van de middelbare school Carlo Levi in Scampia, die plaatsbiedt aan 650 leerlingen, zijn van de buiten- en binnenzijde met traliewerk afgeschermd. In het grote complex zijn de gangen afgesloten met een massief hekwerk van smeedijzer. Tegen vandalisme en inbraak.
„De laatste weken is het aantal spijbelaars enorm toegenomen”, zegt directrice Flavia Piro. „Het uitvalpercentage is sowieso vrij hoog, maar door de camorraoorlog halen nogal wat ouders hun kinderen van school. Dat geldt met name voor hen die familiebanden hebben met camorristi.”
Het aantal bloedvetes neemt toe, zeker nu de leiders zijn gedood of achter de tralies zitten.
Hoe een bloedvete wordt uitgevochten, laten de laatste twee moorden van afgelopen donderdag in Scampia, zien. ’s Middags werd een 20-jarig lid van de Di Lauro-clan vermoord, een paar uur later nam diens broer wraak door een familielid van de concurrerende camorraclan om te leggen. Deze man had niets met de camorra van doen, maar had het ongeluk familielid te zijn van een camorrista.
Het gewelddadige klimaat tast ogenschijnlijk het gemoed van Flavia Piro niet aan. „Ik ben niet bang, hoewel ik me vanmorgen realiseerde dat de situatie toch heel ernstig is, gezien het feit dat de stadsbus tegenwoordig een gewapende beveiligingsbeambte aan boord heeft.”