Recensie: Dagboek van het misgemis van Willem Jan Otten
Ook schrijver Willem Jan Otten (70) kon in coronatijd nauwelijks naar de kerk. In dat gemis ging hij wekelijks op het moment van de dienst dagboekaantekeningen bijhouden: een heel liturgisch jaar lang. Het mondde uit in het boek ”Zondagmorgen”.
Otten is op latere leeftijd tot geloof gekomen. Na een periode van aarzelend twijfelen, liet hij zich in 1999 dopen. Een stap die zijn vrouw, schrijfster Vonne van der Meer, al eerder had gezet. Samen kerkten ze aanvankelijk in de Sint-Vituskerk in Naarden; sinds hun verhuizing naar Amsterdam gaan ze wekelijks naar de Sint-Nicolaaskerk in de hoofdstad, de rooms-katholieke kerk bij het Centraal Station.
Otten is in die jaren verslingerd geraakt aan de misliturgie en aan het geheel van het kerkelijk jaar, zoveel wordt snel duidelijk. Hij schrijft lyrisch over de eeuwenoude structuur van de jaarlijkse gang van Pasen naar Pasen. Het kerkelijk jaar is een „omvangrijk kunstwerk”, een „partituur”, een „scenario voor een voorstelling”, een „soort droomtijd”, een „opeenvolging van zwangerschappen en (uitgerekende) data.” Kortom, wie meebeweegt op deze kerkelijke tijdsrekening, maakt heel wat mee en krijgt in wekelijkse vieringen, lezingen en rituelen een ware schat aangereikt, aldus Otten. En dát juist moest hij missen – behalve dan de paar keer dat hij als degene die de lezingen of de voorbeden moest doen, wél ter kerke mocht.
We maken een jaar lang –van de tweede zondag van Pasen 2020 tot Pasen 2021– mee wat Otten voelt, meemaakt, leest, kijkt en vooral ook mist. Daarbij krijgen we een bijzonder inkijkje in zijn persoonlijk leven. In deze periode is bijvoorbeeld zijn schoondochter hoogzwanger en wordt Otten opa van het „lockdownzoontje” van zijn zoon. We komen te weten dat hij zich bezighoudt met boeken van paus Benedictus, G. K. Chesterton, Romano Guardini, Marilynne Robinson en Shusaku Endo. Vooral ook reflecteert Otten op de lezingen –Oude Testament, brieven, evangeliën– die de betreffende zondag op het rooster staan. Daarbij heeft hij een voorkeur voor de evangelielezing: nogal eens brengt die hem tot allerlei diepzinnige overpeinzingen, rake typeringen en dichterlijke uitlatingen. Hier valt veel moois te genieten; zij het dat je je wenkbrauwen weleens fronst over de uitleg die hij geeft.
Vervreemdend voor een protestant zijn ook de momenten dat Otten liefdevol schrijft over het askruisje dat hij op Aswoensdag ontvangt, over de ouwel die „het lichaam van God” is, over Maria door wie je tot God kunt gaan, over de mis van de heilige Jozef of over de kruiswegstaties waarin het ”kruiswegritueel” jaarlijks wordt herhaald.
Zoals gezegd, daar staan veel waardevolle, diepe, filosofische gedachten tegenover, naast fraaie, literaire en dichterlijke pareltjes. Voor wie met onderscheid kan lezen is dit liturgisch dagboek per saldo een rijk boek.
Zondagmorgen. Over het missen van God, Willem Jan Otten; uitg. Skandalon; 261 blz.; € 25,99