Bultrug gespot in Westerschelde, dier is heel mager
De bultrug die de afgelopen tijd opdook voor de Belgische en Nederlandse kust, zwemt nu in de Westerschelde ter hoogte van het Zeeuwse Ritthem. Dat meldt een woordvoerder van stichting SOS Dolfijn vrijdag. Op beelden is volgens de zegsvrouw te zien dat het dier heel mager is en veel afwijkingen in de huid heeft. „Maar bultruggen kunnen in het wild hele erge dingen hebben en zich toch redden.”
Dinsdag werd het dier voor de Zeeuwse kust waargenomen. Strandpaviljoen DOK 14 in Cadzand, tegen de grens met België, plaatste op zijn socialemediakanalen beelden van de grote vinvis. Sinds eind mei tot aan eerder deze week werd tussen de Belgische badplaatsen Knokke en Zeebrugge volgens het Belgische Natuurpunt dagelijks een bultrug waargenomen. Volgens de woordvoerder van SOS Dolfijn is het dier dat nu in de Westerschelde zwemt dezelfde bultrug.
In Nederlandse wateren worden sinds het begin van deze eeuw wel vaker bultrugwalvissen gezien, en heel soms in de Westerschelde, aldus de woordvoerder. Dat het dier nu wordt gezien in de Westerschelde is volgens haar dus „vrij bijzonder”.
Het dier zwemt en springt, aldus de woordvoerder. „Dat is fijn. Daar heb je energie en kracht voor nodig. Maar het kan ook een teken zijn dat de bultrug veel last heeft van de slechte huid. Springen kan communicatie zijn, maar ze kunnen ook springen omdat ze parasieten hebben en ervan af willen.”
Wat de huidproblemen heeft veroorzaakt, is onduidelijk, zegt ze. „We zien dat de bultrug veel littekens heeft vanaf de rugvin tot aan het staartblad. We zien krassen, deukjes. Wat dat heeft veroorzaakt, weten we niet. Misschien is de bultrug ergens tegenaan gezwommen, of heeft de vinvis ergens in verstrikt gezeten en zich daaruit weten te bevrijden.”
SOS Dolfijn houdt het dier nu extra in de gaten. „Ik kan niks doen. Het is een walvis van 10 meter. Ik kan geen bultrug uit de Westerschelde vangen en in een badje doen. Dus we houden het dier in de gaten, zodat als er problemen zijn wij klaarstaan om te kunnen helpen.”