„Capaciteitstekort stroomnet is zwaar onderschat”
Het capaciteitstekort op het elektriciteitsnet is een probleem dat „zwaar is onderschat”, concludeert topambtenaar Sandor Gaastra van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. „Ik denk dat investeringen te traag op gang zijn gekomen”, zei de directeur-generaal Klimaat en Energie tijdens de zogeheten CO2-conferentie in Rijswijk.
Hij reageerde daarmee op het nieuws dat bedrijven in Brabant en Limburg voorlopig geen nieuwe aansluiting op het net meer kunnen krijgen. „Een heel nare mededeling”, noemde Gaastra dat tijdens de bijeenkomst. Om het netwerk in een hoger tempo te kunnen uitbreiden, moeten vergunningsprocedures wat hem betreft worden versneld. „Sommige gemeenten doen 14 jaar over een vergunning voor een transformatorstation”, voegde hij er ter illustratie aan toe.
Het stroomnet raakt op steeds meer plaatsen in Nederland verstopt. In het zuiden is de grens zowat bereikt, maakte netbeheerder Tennet duidelijk. De afgelopen jaren zijn er bijvoorbeeld veel laadpalen voor elektrische auto’s, warmtepompen en duurzame installaties in de industrie bijgekomen. Die gebruiken veel stroom. Tegelijkertijd wordt steeds meer groene elektriciteit opgewekt met zonnepanelen en windmolens. Het netwerk heeft die groei niet goed bijgebeend.
Ook hoogleraar en wetenschappelijk directeur van onderzoeksinstituut TNO Energietransitie André Faaij ziet trage procedures en inspraakrondes als „een van de grote problemen” in de energietransitie. „Daar moeten we grenzen aan durven stellen”, zei hij tijdens de conferentie van het onafhankelijke bureau Management Producties. „Inspraak is een groot goed, maar deze transitie is essentieel.”
Faaij wijst erop dat andere landen het veel sneller voor elkaar krijgen om bijvoorbeeld een vergunning voor een windpark op zee te leveren. „In Nederland doet de overheid daar zeven jaar over. In het Verenigd Koninkrijk is dat anderhalf jaar, in Denemarken één jaar. Waarom kijkt Nederland niet even over de grens?”
Sneller investeren is niet alleen goed voor het klimaat, maar ook economisch „buitengewoon verstandig”, vindt de energiekenner van TNO. Hij wijst erop dat alleen al de extreme buien en overstromingen die Duitsland, België en Nederland vorige zomer troffen voor 38 miljard euro aan schade veroorzaakten. Dat is een hoger bedrag dan de 35 miljard euro uit het klimaat- en transitiefonds waarmee de overheid Nederland de komende jaren wil verduurzamen. „Het gaat gewoon te traag”, concludeert Faaij.