Medelijdend
Jesaja 63:9
„In al hun benauwdheid was Hij benauwd en de Engel van Zijn Aangezicht heeft hen behouden. Door Zijn liefde en door Zijn genade heeft Hij hen verlost. En Hij nam hen op en Hij droeg hen al de dagen van ouds.”
Het ambt en de bezigheid van de Heilige Geest Gods is zoals de gezant van een goede en machtige koning, die naar een arme komt en van de koning bevel heeft het huis van die arme volkomen te reinigen van alle onreinheid en vuilnis en het te vervullen met alle koninklijke sieraad, pracht en rijkdom. Zodat alles er koninklijk uitziet, al het oude is afgeschaft en verbrand is, en alles nieuw glimt. De Geest heeft dit met vreugde op Zich genomen.
Deze wonderbare Naam vinden wij al in Jesaja 63:9,10: „In al hun benauwdheid was Hij benauwd”: Hij, de Heere! Wie een kind benauwt, die benauwt zeker ook zijn vader en moeder. En de Engel van Zijn Aangezicht, dat is Christus, Die voor de Vader staat als Voorspraak –Hij heeft hen behouden– verschafte hun ruimte in hun angst. Hij heeft hen verlost, werd hun Bloedwreker, door Zijn liefde. Hij had hen niet slechts lief, maar ook door Zijn Genade, „Hij droeg hen ook met groot geduld. En Hij nam hen op en Hij droeg hen al de dagen vanouds”, toen zij moedwillig zich op gladde baan begeven en arm en been daarbij gebroken hadden. Maar, (helaas) heet het verder: „Zij zijn wederspannig geworden en zij hebben Zijn Heilige Geest smarten aangedaan.”
H. F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld
(”Schriftverklaringen”, 1886-1906)