„Openheid prins beter dan stiekeme leven”
„De gereformeerde gezindte leeft nog in de waan van vroeger tijden, met Wilhelmina als laatste voorbeeld van godsvreze. We mogen best wat reëler zijn.” De reacties op de vraag of de band van gereformeerde gezindte met het koningshuis onder druk staat, zijn heel divers op de site van het Reformatorisch Dagblad. Een selectie.
De gereformeerde gezindte heeft vanouds een warme band met het koningshuis. Staat die relatie onder druk sinds de uitlatingen van prins Bernhard? Zo luidde donderdag en gisteren de vraag op de site www.refdag.nl. Veel van de bezoekers die reageerden, denken van niet en steken de hand in eigen boezem: „Wij zijn in de gereformeerde gezindte heel goed in het wijzen en kijken naar anderen. Ook zonden in het koningshuis zijn niet goed te praten, maar wie zijn wij zelf? Wij die elkaar nog niet eens verdragen?” zo stelt een stemmer.
Gert-Jan Korevaar uit Krimpen aan den IJssel zit op dezelfde lijn en wijst het veroordelen van prins Bernhard van de hand. „Ik vind het erg dat er na het overlijden van iemand, of het nu prins Bernhard is of een verslaafde of wie ook, zo geoordeeld wordt. We moeten allemaal eens in de spiegel kijken dan hebben we genoeg en dan zien we er tenminste één waarover je niet uitgepraat raakt. Walgelijk hoe er geoordeeld wordt. Wat moet dit voor onze Koningin betekenen en haar familie?”
Niet iedereen over één kam scheren, stelt de 15-jarige Anthony van der Wulp (15) uit ’s-Gravendeel. „’k Vind niet dat je het hele Koninklijke Huis moet afkraken vanwege de uitlatingen van een persoon. Ik zal zeker koningin Beatrix niet afvallen.”
Juist in deze tijd en als de koninklijke familie meer en meer een wereldsgezinde houding aanneemt moet er meer worden gebeden, stellen anderen. „Ik ben niet beter dan het koningshuis. Als we ons geborgen weten in het zoenbloed van Christus zondigen we dus niet goedkoop. Dit geeft de monarch een grotere en zwaardere dimensie omdat er bij de gratie Gods geregeerd wordt. Voor de (gelovige) onderdanen reden te meer om nog meer voor het koningshuis te bidden”, stelt W. J. Korving (51) vanaf Curaçao.
Ook B. van Leeuwen uit Dirksland benadrukt de dure plicht van de Oranjes. „Leden van het koningshuis hebben, vanwege het ambt c.q. het lid zijn van het koningshuis, een voorbeeldfunctie.”
Een Zwollenaar is blij dat het Oranjehuis zelf ook nog bidt, dat had anders kunnen zijn. „Ons koningshuis is een gelovig koningshuis. De manier waarop ze het geloof beleven is hun zaak, en het oordeel daarover is niet aan ons, maar aan God, als Hij al oordeelt. We mogen dankbaar zijn met een Oranjehuis dat openlijk bidt en leeft vanuit de bijbel. De openheid van de prins is beter, dan het stiekeme leven dat vele mensen naast hun openbare leven lijden.”
Een aantal deelnemers aan de peiling benadrukt dat de gereformeerde gezindte de plicht heeft om hen die over hen gesteld zijn te eren. „Het eerbiedigen van ons vorstenhuis is opdracht. Gods Woord roept er toe op”, stelt een bezoeker uit Poortugaal.
Iets genuanceerder is Van der Molen (42) uit Zoetermeer: „Onbegrijpelijk dat we nog steeds zo positief zijn over ons koningshuis. Omdat er 450 jaar geleden een Godvrezende voorvader was. Laten we het koningshuis nog eerbiedigen vanwege „alle macht die over ons gesteld is”, maar niet vanwege de familie Van Oranje-Nassau. Hoewel we allen geen haar beter zijn (hopelijk wel beter doen) moeten we deze familie niet te veel hoogachten of verheerlijken, wat nu wel gebeurt in onze gereformeerde gezindte.”
Voor Jos de Korte uit Aagtekerke is de geschiedenis juist de reden om de Oranjes eer te bewijzen. „Ik eerbiedig ons koningshuis, met de wetenschap, dat het voorgeslacht gebruikt is om ons vaderland te redden van het roomse oftewel Spaanse geweld.”
Een bezoeker uit Noord-Holland vindt dat de berichtgeving over de Oranjes anders zou moeten, omdat er een verkeerd beeld van de koninklijke familie wordt geschapen. „Ik denk dat de vertroebelde blik ook wel enigszins te wijten is aan de eenzijdige en rooskleurige berichtgeving in gereformeerde gezindte over Oranje. Als die altijd positief is, ga je vanzelf positief denken over het koningshuis.”