„Europese ambtenaar bijna altijd blanke”
Ambtenaren van Europese instellingen zijn in de meeste gevallen blanke mannen van middelbare leeftijd. De Europese Unie maakt nog te weinig werk van het inhuren van leden van etnische minderheden. Ook vrouwen krijgen nog te weinig kansen. Dat concludeert de Europese ombudsman, de Zweed Jacob Söderman, in zijn jaarverslag over 2001.
Söderman reageert daarmee op een klacht van een Nederlands staatsburger die vorig jaar stelde dat de Europese instellingen nauwelijks leden van minderheden aannemen, terwijl er in de EU ruim 30 miljoen migranten of niet-etnische Europeanen wonen.
De Europese Commissie en andere EU-organisaties zeggen dat veel te weinig geschikte leden van etnische minderheden solliciteren. Söderman vindt daarom dat de EU zichzelf als werkgever meer en beter moet gaan promoten bij kleurlingen en migranten.
De Europese ombudsman vermoedt dat op de achtergrond racisme een rol kan spelen. Hij heeft echter onvoldoende gegevens om dat te bewijzen. Zowel de Europese Commissie als de vijftien EU-lidstaten zeggen ook niet over genoeg statistieken te beschikken om echt tot conclusies te komen.
Söderman vindt verder dat vrouwen nog te veel in de weg wordt gelegd om carrière te maken binnen Europese instellingen. Zo zijn er onvoldoende mogelijkheden om parttime te werken en is er in veel gevallen ook niet genoeg kinderopvang. Daarnaast doet de EU aan leeftijdsdiscriminatie door vaak geen personeelsleden van 55 jaar of ouder aan te nemen. Ook dit is volgens Söderman in strijd met het Europees Handvest van Grondrechten.
De Zweedse ’praatpaal’ van de Europese Unie heeft verder scherpe kritiek op het gebrek aan vrijheid van meningsuiting voor ambtenaren, zoals de Nederlandse EU-functionaris Van Buitenen, die grootschalige fraude binnen Europa aan de kaak heeft gesteld. Er zijn wel nieuwe regels opgesteld voor ’klokkenluiders’ als Van Buitenen, maar deze garanderen in de ogen van Söderman onvoldoende de mogelijkheid om vrijuit te praten.
In totaal ontving Söderman vorig jaar 1863 klachten over de werkwijze van Europese instanties. Daarvan waren er tachtig afkomstig uit Nederland. Het merendeel van de klagers, 1694 in totaal, betrof bezwaarschriften van individuele burgers.