Een andere wereld
Hebben de Turken hun zin gekregen nu op 3 oktober volgend jaar de onderhandelingen over het EU-lidmaatschap mogen beginnen? Of heeft Europa de Turken voor het blok gezet door de eis dat zij impliciet de Cypriotische regering moeten erkennen, ook al leeft die in onmin met het Turkse Noord-Cyprus?Van belang is in ieder geval dat de onderhandelingen een open einde hebben. Het is bepaald niet zeker dat die in de loop van het volgende decennium in een volwaardig lidmaatschap zullen uitmonden. Bovendien is het de bedoeling dat ook na de eventuele toetreding van Turkije de vrije vestiging van Turken in de EU-landen voor onbepaalde tijd wordt uitgesloten.
Voor die laatste clausule is zeker reden. Volgens een recente enquête overweegt zo’n 40 procent van de Turken om binnen de EU werk te gaan zoeken. En wie bedenkt dat Turkije tegen de tijd van het EU-lidmaatschap waarschijnlijk 80 miljoen inwoners heeft, beseft de omvang van een dergelijke invasie. De ramp zou niet te overzien zijn.
Het Turkse antwoord hierop is dat de komende jaren de welvaart in Turkije flink zal stijgen, zodat de behoefte om in Europa werk te zoeken snel zal afnemen. Maar ook in de EU verwachten we economische groei en welvaartsstijging. De afstand zal daardoor niet zo snel worden ingelopen. Het feit dat zich in Europa al grote Turkse gemeenschappen bevinden (met name in Duitsland) werkt onmiskenbaar drempelverlagend voor nieuwe groepen migranten.
De publieke opinie, ook in Nederland, is er duidelijk op tegen dat de Turken bij Europa komen. Maar op regeringsniveau klinkt deze afwijzing nauwelijks door. Een paar landen (Frankrijk, Oostenrijk en Denemarken) schroomden niet hun bedenkingen naar buiten te brengen, maar zij durfden het toch niet aan hier een breekpunt van te maken.
Hoewel hun eigen partij in de Tweede Kamer nogal wat bedenkingen uitte tegen het Turkse lidmaatschap, hebben premier Balkenende en minister Bot zich duidelijk ingezet om de Turken binnen te halen. Zij zien dat zonder meer als het hoogtepunt van het Nederlandse voorzitterschap. Aan dat historische project willen zij hun naam verbinden.
Maar je kunt ook de geschiedenis ingaan als de politicus die het paard van Troje binnenhaalde. Als de man die besluiten erdoor drukte waarvoor bij de bevolking onvoldoende draagvlak bestond en die de negatieve consequenties daarvan onvoldoende overzag.
Onmiskenbaar draagt de Turkije-discussie een gecompliceerd karakter. Voor de een is het land onvoldoende seculier. De ander vindt het juist een pluspunt dat het toetreden van een islamitisch Turkije duidelijk maakt dat de EU geen christelijke club is. Terwijl de een beklemtoont dat Turkije geen scheiding van kerk en staat kent, wijst de ander erop dat juist daardoor de Turkse islam gevrijwaard werd van fundamentalisme.
De een onderstreept dat Turkije een trouwe bondgenoot is van het Westen en dat aan Ankara allerlei toezeggingen over het EU-lidmaatschap zijn gedaan. Voor de ander is juist van doorslaggevende betekenis dat een open debat over het Turkse lidmaatschap nooit is gevoerd.
Het is in ieder geval van belang onze relatie met Turkije goed te houden. Maar de Turken behoren tot een andere cultuurgemeenschap dan de Europeanen. Simpel gezegd: Turkije is een andere wereld.
Het is een groot land (zowel qua oppervlakte als qua inwoners), het is een arm land, het heeft een autoritaire en nationalistische traditie, het ligt voor het overgrote deel in Azië en de Turken zijn voor 99 procent moslim. Dat alles bij elkaar is meer dan voldoende om het lidmaatschap van de Europese Unie uit te sluiten.