Aandacht voor oorlogsleed Oekraïne vergt lange adem
De oorlog in Oekraïne is honderd dagen aan de gang – honderd dagen van geweld, bloedvergieten en vernietiging. Een wrang jubileum dat vraagt om een moment van bezinning; voor de regeringsleiders die direct betrokken zijn bij het conflict en naarstig naar een bevredigende oplossing zoeken, maar ook voor gewone mensen buiten Oekraïne die indirect iets meekrijgen van de oorlogsellende.
Dankzij sociale media zijn we meer dan ooit op de hoogte wat er wereldwijd gebeurt. Van de schrijnende situatie in Oekraïne hebben we beelden op ons netvlies, heftige beelden van mensen die ons laten zien wat voor verschrikkelijke dingen ze meemaakten. Mensen zoals wij, ontheemd, beroofd van bezittingen, rouwend om het verlies van dierbaren. En Kiev is maar drie uur vliegen van Amsterdam.
Toch is er in drie maanden tijd iets veranderd. De aandacht voor Oekraïne ebt weg. Het enthousiasme om vluchtelingen onderdak te geven, heeft plaatsgemaakt voor realisme: kunnen we het volhouden om ze nog langer in onze persoonlijke levenssfeer toe te laten? Andere zaken eisen de aandacht op, zaken die ons vaak persoonlijk of financieel raken. Vertraagde of geannuleerde vakantievluchten bijvoorbeeld, of de goedkopere benzineprijs in Duitsland. Kennelijk zijn we –globaal genomen– niet goed in staat om langdurig met andere mensen mee te lijden. We hebben immers ons eigen leven.
Juist de sociale media spelen ook bij dit proces een belangrijke rol, signaleerde Marloes Geboers van de Hogeschool van Amsterdam onlangs in haar proefschrift. Facebook, Twitter en Instagram zijn zo ontworpen dat we impulsief kunnen reageren op gebeurtenissen. Op sociale media tonen we ons daarom in eerste instantie vaak heel erg betrokken bij oorlogen of grote rampen. Maar na een korte emotionele piek richten we de focus al snel weer op onszelf en op andere onderwerpen. Gebruikers van sociale media bewerken de oorspronkelijke posts en beelden van slachtoffers om hun gevoelens over de situatie te delen. Zelfs bij de meest schrijnende situaties verschuift de aandacht al gauw naar de eigen ervaring. „Als de ‘catharsis’ voorbij is, lijken mensen het niet meer te kunnen opbrengen om nog dieper stil te staan bij de schrijnende situatie, en bijvoorbeeld te reflecteren op de oorzaken van de oorlog of het conflict”, aldus Geboers, die vooral keek naar de oorlog in Syrië. De schietpartij op een school in Texas (nog maar anderhalve week geleden) is een recenter voorbeeld.
Terecht vraagt Geboers zich af of sociale media wel geschikt zijn voor het delen van dit soort nieuws. Oprechte aandacht voor mensen in nood is een zaak van lange adem, van volhouden en vooral van zelfverloochening. Zeker van christenen mag worden gevraagd dat ze zichzelf op de tweede plaats zetten als het erop aankomt. Want ze zijn vernoemd naar Hem Die de gestalte van een dienstknecht aannam om verloren mensen te redden.