Nieuwe samenstelling waterschappen „mooi staaltje polderdemocratie”
De Tweede Kamer zet het mes in het aantal geborgde zetels van waterschapsbesturen. Bedrijven en boeren krijgen minder invloed. Wat zit daarachter?
Hoe zit het tot nu toe met de geborgde zetels?
Ons land telt 21 waterschappen. Ze zijn verantwoordelijk voor waterbeheer en -kwaliteit. Waterschappen zijn de oudste bestuursorganen van ons land.
Het algemeen bestuur van een waterschap bestaat voor het grootste deel uit direct gekozen vertegenwoordigers. Daarnaast zit er in het algemeen bestuur een aantal benoemde vertegenwoordigers vanuit de landbouw, het bedrijfsleven en beheerders van natuurterreinen. Deze benoemde vertegenwoordigers nemen plaats op de zogenoemde geborgde of gereserveerde zetels.
De koepelorganisaties LTO, VNO/NCW en de Vereniging van Bos- en Natuureigenaren benoemen personen die plaats nemen op de geborgde zetels.
Afhankelijk van de grootte van het waterschap telt een algemeen bestuur achttien tot dertig leden. Een minderheid van de zetels is geborgd, zeven tot negen zetels.
Het waterschapsbestuur heeft ook een dagelijks bestuur, net als andere volksvertegenwoordigende organen. De Waterschapswet bepaalt dat tenminste één van de drie belangengroepen lid moet zijn van het dagelijks bestuur.
Waarom zijn er geborgde zetels?
Boeren, bedrijven en natuurorganisaties vertegenwoordigen ieder hun eigen belang en de wetgever vindt het belangrijk dat zij een eigen stem hebben binnen de waterschappen. Bovendien dragen ze financieel gezien meer bij dan andere ingezetenen. Daarom hebben ze ook recht op meer zeggenschap.
Wie kwam er op het idee op die geborgde zetels ter discussie te stellen?
Dat waren GroenLinks en D66. Zij dienden een initiatiefwet in om álle geborgde zetels af te schaffen.
Het doel van de initiatiefwet is verdere democratisering van de waterschappen, zo stellen de indieners Bromet (GroenLinks) en De Groot (D66). Het achterliggende doel is boeren en bedrijven minder invloed te geven in waterschappen zodat milieu- en natuurbelangen zwaarder kunnen wegen.
Maar de indieners hadden wel een probleem. De Eerste Kamer staat niet te trappelen om de geborgde zetels af te schaffen.
Wat gaat er nu gebeuren met de gereserveerde zetels?
ChristenUnie-Tweede Kamerlid Grinwis en zijn JA21-collega Goudzwaard dienden een wijzigingsvoorstel in waardoor er in plaats van nul geborgde zetels er zes geborgde zetels zouden komen: twee voor de boeren, twee voor de bedrijven en twee voor natuurorganisaties. Aanvankelijk waren GroenLinks en D66 boos over dit plan en dreigden ze hun wetsvoorstel in te trekken.
Later zijn ze toch om tafel gegaan met de indieners van het amendement en kozen ze eieren voor hun geld. Het compromis houdt in dat in waterschapsbesturen voortaan vier geborgde zetels komen; twee voor boeren en twee voor natuurbeheerders. De bedrijven verliezen dus hun vaste plaats in de waterschappen. De bepaling dat een vertegenwoordiger vanuit de geborgde zetels in het dagelijks bestuur moet plaatsnemen, verdwijnt. Bedrijven verliezen dus al hun invloed en boeren een beetje.
GroenLinks en D66 stemden uiteindelijk ook voor het amendement. CU-Kamerlid Grinwis noemde het compromis daarom „een mooi staaltje polderdemocratie.”
VVD, SGP, CDA, FVD, JA21, BBB, Omtzigt en Van Haga stemden tegen de initiatiefwet, maar deze partijen hebben geen meerderheid. Het is de bedoeling dat de nieuwe verdeling ingaat bij de waterschapsverkiezingen van 2023. Nu is echter al duidelijk dat GroenLinks en D66 hun wet niet als einddoel zien. Ze willen af van álle geborgde zetels. De Groot (D66) noemde de wet daarom een stap in de goede richting.