AI: Aantal executies verdubbeld
Het aantal mensen dat na een veroordeling ter dood is gebracht, is in 2001 meer dan verdubbeld. In 31 landen zijn vorig jaar 3048 doodvonnissen voltrokken, tegen 1457 in het jaar daarvoor.
Zeker 5265 mensen zijn vorig jaar ter dood veroordeeld, in 68 landen, zo deelde Amnesty International woensdag mee.
De internationale mensenrechtenorganisatie maakte haar cijfers bekend tijdens de jaarlijkse vergadering in Genève. Amnesty riep daarin de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties op zich sterk te maken tegen de doodstraf en een wereldwijd moratorium van executies in te stellen.
De explosieve stijging van het aantal executies in de wereld komt vooral doordat China de doodstraf veel vaker is gaan toepassen. Tussen april en juli alleen al zijn in dat land 1781 mensen ter dood gebracht, meer dan het totale aantal in de rest van de wereld in de afgelopen drie jaar.
In Iran registreerde Amnesty 139 executies, maar dat zijn er vermoedelijk veel meer. In Saudi-Arabië zijn 79 executies gemeld. In de Verenigde Staten waren het er 66, tegen 85 een jaar eerder. De cijfers van China, Iran, Saudi-Arabië en de Verenigde Staten vormen samen 90 procent van alle voltrekkingen van de doodstraf in 2001.
Amnesty benadrukte dat de gepubliceerde cijfers alleen de gevallen betreffen waarvan de organisatie op de hoogte is en dat het onmogelijk is om een volledige telling te geven. Veel landen houden de werkelijke aantallen geëxecuteerden volgens Amnesty geheim.
In veel gevallen zijn gevangenen ter dood veroordeeld in oneerlijke processen, staat in het rapport van de organisatie. In strijd met de internationale wet zijn mensen geëxecuteerd nadat ze waren veroordeeld voor misdaden die ze als minderjarige hadden gepleegd. Van zulke gevallen zijn er drie geregistreerd; in Iran, Pakistan en de Verenigde Staten.
Amnesty zegt dat veel geëxecuteerden worden gemarteld om een bekentenis te verkrijgen. Ook worden veroordeelde gevangenen niet zelden vernederd door ze geboeid voor de ogen van publiek rond te leiden.
De organisatie is zeer bezorgd over de toenemende toepassing van de doodstraf bij niet-gewelddadige delicten, zoals homoseksualiteit in Saudi-Arabië en overspel in Nigeria en Sudan. Verder wordt de straf ook steeds meer toegepast bij drugshandel in Zuidoost-Azië, en corruptie en diefstal in China.
Verder wordt geconstateerd dat enkele landen zonder doodstraf, zoals Canada, verdachten hebben uitgeleverd aan landen die de straf wel toepassen, zoals de Verenigde Staten, zonder de voorwaarde te stellen dat de verdachte na de uitlevering niet mag worden geëxecuteerd. De meeste Europese landen weigeren steevast verdachten uit te leveren bij risico van executie.
Amnesty-woordvoerster Judit Arenas zei dat uit de gegevens kan worden opgemaakt dat de doodstraf wordt gebruikt „tegen de meest weerlozen in de gemeenschap.” Volgens haar wordt de doodstraf gehandhaafd, „ondanks bewijzen dat de straf niet afschrikwekkend werkt en bewijzen dat onschuldigen worden geëxecuteerd.”
Volgens Amnesty is er wel een beetje vooruitgang geboekt op het gebied van de doodstraf. Aan het eind van 2001 hadden 111 landen de doodstraf afgeschaft, bij wet of in de praktijk, tegen 108 in het jaar daarvoor.