Tweede ronde nodig bij presidentsverkiezingen Colombia
De linkse kandidaat Gustavo Petro heeft zondag veruit de meeste stemmen gekregen in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen in Colombia. Toch zal er op 19 juni een tweede ronde nodig zijn, waarin hij het opneemt tegen de rechtse, populistische zakenman Rodolfo Hernández. Want met circa 40 procent van de stemmen behaalde Petro in de eerste ronden nog geen meerderheid.
Hernández kreeg zo’n 28 procent van de stemmen, nadat zondag ruim 96 procent van de stemmen was geteld. Het mag een verrassing heten dat hij het tot de tweede ronde heeft geschopt. De ex-burgemeester van de plaats Bucaramanga heeft namelijk weliswaar beloofd corruptie te zullen bestrijden, maar er loopt momenteel juist ook een corruptieonderzoek naar hemzelf. Vanwege zijn vaak boude uitspraken en excentrieke campagnestijl wordt hij wel de „Colombiaanse Trump” genoemd. De centrumrechtse kandidaat Federico Gutierrez haalde de tweede ronde van de verkiezingen verrassend genoeg niet.
De linkse kandidaat Petro was ooit lid van de voormalige guerrillabeweging M-19. Die organisatie legde in 1990 de wapens neer en vormde zichzelf om tot een politieke partij. Petro was daarna onder meer enige tijd burgemeester van de Colombiaanse hoofdstad Bogota. Hij heeft gezworen ingrijpende economische en sociale veranderingen door te voeren als hij president wordt. Zo wil hij de pensioenen in het land herverdelen, een gratis openbare universiteit stichten en meer in het algemeen een begin maken met het aanpakken van wat hij ziet als de diep ingesleten ongelijkheid in het land. Vooral onder jongeren is hij erg populair.
Petro is er veelvuldig van beschuldigd dat hij het beleid van de overleden ex-leider van buurland Venezuela, Hugo Chávez, wil kopiëren. Zelf ontkent hij dat stellig. Petro heeft verder beloofd het vredesakkoord uit 2016 met de linkse FARC-rebellen volledig te willen uitvoeren. Ook wil hij nieuwe vredesbesprekingen aangaan met de nog steeds in delen van het land actieve ELN-rebellen.
Lang was het in Colombia nagenoeg ondenkbaar dat een linkse kandidaat serieus kans zou maken op het presidentschap. In het land vochten decennialang vooral linkse rebellengroepen, zoals de FARC, ELN en M-19, tegen rechtse regeringen.