Dat verklaarde donderdag de door de regering benoemde functionaris Farouk Ksentini, die de verdwijningen onderzoekt.

Ksentini is voorstander van het berechten van de betrokken leden van de veiligheidsdienst. „Ik denk dat dit mogelijk is, omdat individuele agenten van de staat deze illegale activiteiten hebben uitgevoerd. De oorlog was vreselijk en er waren excessen. Maar de staat zelf heeft geen enkel misdrijf gepleegd”, aldus Ksentini.

In Algerije brak een opstand uit nadat het leger de verkiezingen van 1992 had afgelast. Het islamitische FIS was de grootste kanshebber om de stembusgang te winnen. Na de afgelasting begonnen rebellen een „heilige oorlog”,die tot op de dag van vandaag op kleine schaal voortduurt. Door het geweld kwamen tot nu toe meer dan 150.000 mensen om het leven.

Ksentini zei dat hij tot nu toe de namen van 5200 Algerijnen kent, die werden opgepakt wegens het verlenen van steun aan de rebellen. De veiligheidsdiensten hielden hen aan voor verhoor, waarna nooit meer iets van hen is vernomen. De diensten gaven de arrestaties toe, maar verklaarden de mensen later te hebben vrijgelaten.