Het merendeel van de oppositie wierp Rutte voor de voeten het achterhouden van belangrijke informatie als een terugkerend patroon te zien. GroenLinks-fractievoorzitter Klaver wees erop dat Rutte naar aanleiding van de toeslagenaffaire had beloofd dat hij transparanter zou zijn. Volgens Klaver is daar niets van terechtgekomen. Hij legde een verband met eerdere momenten waarop Rutte naar zijn idee zaken onder de pet hield, zoals rond de dividendbelasting, de Teeven-deal, het bombardement op Hawija en zijn opmerkingen over Kamerlid Omtzigt en de uitspraak ”functie elders”.

Rutte verzette zich fel tegen de beschuldigingen vanuit de oppositie. „Ik heb van a tot z gehandeld in de geest van de wet en de lijn van de wet”, zei de premier. Hij hekelde het feit dat de oppositie een patroon meent te zien. „Wat je dan doet is zeggen: joh, je krijgt de kans niet eens meer om al die aparte momenten die wij beschouwen als onderdeel van een patroon, te verdedigen en uit te leggen. Ik ga daar in dit debat flink tegenin.” De premier noemde dit sentiment „vals.”

Maatschappelijk wantrouwen

Rutte vindt dat de Kamer hem op een nodeloos wantrouwige manier benadert. „Als het vertrouwen er niet is, dan hoor ik het van de Kamer. Dan ga ik andere dingen doen. Maar ik zeg hier heel duidelijk: ik houd me aan de wet, ik houd me aan de geest van de wet.” Volgens hem voedt de Kamer het maatschappelijk wantrouwen in de politiek.

Als vervolg op het debat gaat de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed onderzoek doen naar archiefvorming bij het ministerie van Algemene Zaken, het departement van Rutte. Ook zal de premier gegevens over zijn sms-verkeer, die hij daarvoor moet opvragen bij zijn provider, naar de Tweede Kamer sturen. Een motie van wantrouwen, gesteund door PVV, SP, PvdD, FVD, Denk, JA21, BBB en de groep-Van Haga, haalde het niet.