Meer dan goud
Psalm 19:11
„Zij zijn begeerlijker dan goud, ja dan veel fijn goud en zoeter dan honig en honigzeem.” Zoals u over het Woord zult nadenken, zo zult u ook dikwijls en onvermoeibaar zijn in het lezen en herlezen daarvan, in het redeneren en spreken erover. Een mens die vermaak heeft in het jagen, is nooit vermoeid van het spreken over het jagen. Hij die vermaak heeft in de wereld, spreekt over de wereld. Als u vermaak schept in Gods Woord zult u gedurig en zonder ophouden daarvan spreken. Indien u vermaak schept in Gods Woord, zult u zich ook vermaken in de dienaars van het Woord, die wettelijk door Christus geroepen zijn. Het grote werk van de bediening is het Woord van God uit te leggen en toe te eigenen. En daarom: als u een godzalige, geleerde en wettelijke bediening van het Woord onteert of veracht, hebt u geen waar vermaak in het Woord. Zij die vermaak scheppen in het Woord van God zullen geen kosten sparen om het Woord in hun huisgezinnen te brengen. Zij willen liever duizenden van goud en zilver verlaten dan Gods Woord. Want die het Woord van God waardeert boven duizenden, zal zeker honderden verlaten omwille van het Woord. Hij zal de honger naar het Woord bitterder achten, dan de honger naar brood. Want zo veel beter en kostbaarder de ziel is dan het lichaam, zo zal hem de honger van de ziel eerder en meer ontstellen, dan een lichamelijke honger.
Edmund Calamy, predikant te Londen
(”De ark van de vromen”, 1658)