„Maar zijn lust is in des Heeren wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht.”

Als u zich niet vermaakt in Gods wet, dan vermaakt u zich ook niet in de God van de wet. Als u zich niet vermaakt in God, wil Hij Zich ook in u niet vermaken. (Spreuken 1:26): „Zo zal Ik ook in uw verderf lachen.”

Hoe weet ik nu of ik mij vermaak in Gods wet of niet? U kunt het weten, want de mens die vermaak heeft in Gods Woord, zal zeer bezig zijn in het overdenken en lezen van Gods Woord, en zeer dikwijls daarvan spreken. Zo zei David: „Zijn lust is in des Heeren wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht” (Psalm 1:2). En evenzo: „Hoe lief heb ik Uw wet, zij is mijn betrachting de ganse dag” (Psalm 119:97). Zo ook Psalm 119:15, 16 en 24: „Ik zal mij zelf vermaken in uw inzettingen; Uw Woord zal ik niet vergeten.”

Een mens die vermaak schept in Gods wet, zal deze dikwijls overdenken. Christus zegt ook: „Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn” (Mattheüs 6:21). U zult het dikwijls overdenken, en als u begint daarover te denken, zult u daarop met uw gedachten blijven wonen, zoals de bij als het ware woonde op de bloem, om de zoetigheid daarvan uit te zuigen. U zult daarover denken met diepe en ernstige overdenkingen. U zult duiken in de onnaspeurlijke rijkdommen van Gods Woord.

Edmund Calamy,
predikant te Londen

(”De ark van de vromen”, 1658)