Kritiek op geweld bij rouwstoet van journalist Al Jazeera
De Europese Unie en de Verenigde Staten hebben verontwaardigd gereageerd op het geweld dat de Israëlische politie vrijdag in Oost-Jeruzalem gebruikte tegen de rouwstoet van de woensdag doodgeschoten Al Jazeera-journalist Shireen Abu Akleh (51). De Europese Unie liet weten „geschokt” te zijn door het „onnodige geweld”.
Washington verklaarde „diep verontrust” te zijn. Minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken zei dat iedere familie het recht heeft om op „waardige wijze en zonder belemmeringen” afscheid te nemen van haar dierbaren.
Duizenden mensen waren vrijdag naar de Oude Stad in Jeruzalem gekomen om afscheid te nemen van Abu Akleh. Op beelden van Al Jazeera was te zien hoe de politie hard insloeg op de rouwstoet. Daardoor viel de kist van Abu Akleh bijna op de grond.
Volgens hulporganisatie Rode Halve Maan raakten 33 mensen gewond. Van hen zijn er zes naar het ziekenhuis gebracht. De Israëlische autoriteiten lieten weten dat zes rouwenden waren gearresteerd omdat ze met stenen en glazen flessen hadden gegooid.
Volgens Israël greep de politie in omdat honderden relschoppers de openbare orde verstoorden. Een journalist van Al-Jazeera beweerde echter dat de Israëlische ordetroepen niet wilden dat rouwenden met de kist van Abu Akleh meeliepen en dat de Israëliërs daarom geweld gebruikten.
Abu Akleh stierf toen ze verslag deed van een inval door het Israëlische leger op de bezette Westelijke Jordaanoever. In een eerste onderzoek van de Israëlische politie staat dat niet is te achterhalen wie de kogel heeft afgevuurd die Abu Akleh fataal werd. Volgens de Israëlische politie was de kogel afkomstig van een Palestijnse schutter of betrof het een verdwaalde kogel van een Israëlische scherpschutter.
Het Palestijnse Openbaar Ministerie in de stad Ramallah op de Westelijke Jordaanoever zei later dat uit de eerste resultaten van een onderzoek zou blijken dat Israëlische militairen Abu Akleh hebben gedood.