Breinschade baby te behandelen met stamcellen in neusdruppels
Pasgeboren baby’s met hersenschade kunnen neusdruppels krijgen met daarin stamcellen om zo de beschadigde plek in hun brein te behandelen, stellen onderzoekers en artsen van het UMC Utrecht in een onderzoek dat in juni wordt gepubliceerd in The Lancet. Ze hebben de therapie getest op tien pasgeborenen. Daarin zagen de wetenschappers dat de druppels werkten. Hoe effectief het precies is, wordt nog onderzocht.
Het onderzoek begon in 2010, al geloofden toen volgens het Utrechtse ziekenhuis maar weinig onderzoekers dat dit zou werken. Inmiddels weet het onderzoeksteam van neurowetenschapper Cora Nijboer beter. De druppels gaan langs „een soort zeefbotje in de neus”. Daarna worden ze opgenomen in de bloedvaten van de hersenvliezen of het hersenvocht. „Zo migreren ze binnen enkele uren naar de plek in het brein waar de hersenschade zit”, aldus Nijboer.
Doordat het beschadigde gebied „noodsignalen” afgeeft, worden de stamcellen aangetrokken naar dat gebied in het brein, legt de onderzoeker uit. De cellen maken dan lokaal stofjes aan die het herstelmechanisme van de eigen hersenstamcellen moeten activeren. Volgens hoogleraar neonatologie Manon Benders werkt dit bij pasgeborenen omdat de hersenen en netwerken in de eerste maanden nog in ontwikkeling zijn.
De tien patiëntjes die deelnamen aan het onderzoek kregen zo snel mogelijk een eenmalige dosis stamcellen toegediend na het vaststellen van een herseninfarct op de MRI. Een herseninfarct bij baby’s komt meestal door zuurstofgebrek tijdens de geboorte. De kinderen kunnen daar problemen aan overhouden, zoals leer- of gedragsproblemen, motorische problemen of epilepsie.
Na het ontvangen van de neusdruppels hielden de onderzoekers de baby’s nauwlettend in de gaten. Op de MRI-scan die drie maanden later werd afgenomen, was geen nieuw weefsel te zien dat er niet hoort. Volgens Benders zijn de neusdruppels daarom een veilige methode. Het is volgens haar een belangrijke stap naar een nieuwe therapie „voor kinderen die eerder nog niet behandeld konden worden”.