Rutte wil niet meer macht geven aan team uithuisplaatsingen
Premier Mark Rutte wil voorlopig geen doorzettingsmacht geven aan het ondersteuningsteam dat ouders van uit huis geplaatste kinderen helpt, zoals een deel van de Tweede Kamer wil. Hij vindt dat het team, dat een paar weken bezig is, de kans moet krijgen zich te bewijzen in zijn ondersteunende rol.
Als het team nu wel doorzettingsmacht krijgt „breek je volledig in het stelsel in. Dat leidt alleen maar tot vertraging”, zei Rutte in het debat over uithuisplaatsingen van kinderen van gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire. Zo’n bevoegdheid betekent namelijk dat het team beslissingen kan nemen die normaal door partijen binnen de jeugdbescherming worden genomen.
„Laten we deze oplossing een kans geven”, vindt Rutte. De teamleden willen dat volgens hem zelf ook. Minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) zegt dat hij expliciet heeft gevraagd of het team zo’n bevoegdheid nodig denkt te hebben. Dat is niet het geval. Het team wordt bij instanties waar het aanschuift al serieus genomen.
De eerste ervaringen met het ondersteuningsteam zijn positief, zegt Rutte. „Geef dat team een paar maanden een kans. Als wij merken dat het wel nodig is om verdere juridische onderbouwing te geven, dan doen we dat.”
Ondanks forse kritiek op deze onwil van Rutte, zoals een aantal oppositiepartijen die weigering noemde, bleef de premier bij zijn standpunt: het is onverstandig om nu in te grijpen in de taken van het ondersteuningsteam. Als de Kamer het anders wil, moet die maar met moties komen.
Rutte wil ook niets weten van een deadline waarop alle uithuisplaatsingen opnieuw zijn beoordeeld. „We kunnen die herbeoordelingen voor een bepaalde datum niet toezeggen.”