Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam zei in april dat ze een verkoopverbod van wiet aan toeristen door wil zetten. Volgens haar worden „veel van de grote problemen in de stad gevoed vanuit de cannabismarkt.” De overlast door drugstoerisme is er daar een van. Door een verkoopstop zou dat opgelost kunnen worden.

Fritschij is echter bang dat de drugstoeristen die straks in Amsterdam niet meer welkom zijn, hun zakje wiet in Den Haag gaan halen. „Ik vind het heel dapper dat Halsema, als GroenLinks-burgemeester, voor deze aanpak kiest. Tegelijkertijd moeten we voorkomen dat die toeristen vervolgens overlast gaan veroorzaken in Den Haag.”

Volgens Fritschij „wordt helemaal niemand beter van wietgebruik. In mijn ideale wereld zijn er geen coffeeshops, maar ik snap natuurlijk ook wel dat dat niet realistisch is in een stad als Den Haag.”

Welke overlast veroorzaken drugstoeristen? Fritschij: „In sommige straten zijn wel vier coffeeshops. Die zijn vaak tot laat open. Bewoners durven de straat nauwelijks meer op, omdat kopers soms bedreigend gedrag vertonen of vernielingen aanrichten.”

Fritschij wil de stad „graag leefbaar” houden. Daarom bepleit hij behalve de verkoopstop van wiet aan toeristen, ook kortere openingstijden van coffeeshops en inzet op drugspreventie. „Andere partijen willen coffeeshops naar bedrijventerreinen verplaatsen; ik denk dat we het beter kunnen reguleren door middel van preventie en een verkoopstop.”

Het verbod op het kopen van wiet voor toeristen is volgens Fritschij prima te handhaven met een zogeheten ingezetenencriterium. „Dan moet je bij de aankoop van wiet door legitimatie aantonen dat je ingeschreven bent in een Nederlandse gemeente.”

Of er een meerderheid in de gemeenteraad voor zijn plan is, waarover aankomende donderdag wordt gestemd, durft Fritschij niet te zeggen. „De conservatieve partijen zullen denk ik wel in het voorstel meegaan, maar het zal erom spannen.”