Siemens keert Rusland na bijna 170 jaar de rug toe
Siemens verlaat Rusland vanwege de oorlog in Oekraïne na bijna 170 jaar actief te zijn geweest in dat land. De sancties tegen Rusland leverden het Duitse industrieconcern afgelopen kwartaal al een financiële klap op van ongeveer 600 miljoen euro.
Na het uitbreken van de oorlog zette Siemens alle nieuwe contracten en internationale leveringen aan Rusland en Belarus al stop. In combinatie met de sancties zette dat veel druk op de resultaten. Vooral de tak die zich bezighoudt met spoor en treinen en activiteiten voor onderhoudswerk hadden te lijden onder de situatie.
Het was volgens topman Roland Busch geen gemakkelijke beslissing om Rusland de rug toe te keren. Het bedrijf telt er zo’n 3000 medewerkers en heeft een lange geschiedenis in het land. In de negentiende eeuw vestigde Carl von Siemens, broer van de oprichter van het concern, zich zelfs permanent in Rusland. Ook werd hij door de Russische tsaar in de adelstand verheven.
Hoe het vertrek uit Rusland precies vorm krijgt is nog niet helemaal duidelijk. Siemens kiest bij het afbouwen van de activiteiten voor een ”ordelijk proces”, geeft Busch aan. Dit proces zou ook al in gang zijn gezet. „We evalueren de impact op onze mensen en we zullen hen zo goed mogelijk blijven ondersteunen.”
Mede door de impact van het conflict halveerde de winst van Siemens afgelopen kwartaal tot 1,2 miljard euro. Maar in de vergelijkbare periode vorig jaar profiteerde het concern nog sterk van de opbrengsten van de verkoop van een onderdeel.
Siemens maakt de laatste tijd echter ook sterke groei door. Vooral op digitaal vlak worden goede zaken gedaan; bijvoorbeeld met software om fabrieksprocessen te automatiseren. De totale omzet steeg met 16 procent tot ongeveer 17 miljard euro. Geholpen door het economisch herstel uit de coronacrisis is het orderboek bijna een derde meer gevuld dan een jaar terug.