Provincies keren 37 miljoen aan faunaschade uit aan boeren
De provincies hebben vorig jaar bijna 37 miljoen euro aan faunaschade uitgekeerd aan boeren. Dat is ruim 5 miljoen meer dan in 2020. De stijging komt vooral doordat de prijs van gras is gestegen, zegt BIJ12, het bureau dat voor de provincies de faunaschade regelt. Een boer lijdt faunaschade als dieren zijn gewassen op de akkers vernielen.
Ganzen veroorzaakten veruit de meeste schade, bijna 19 miljoen euro. Ze vreten graslanden in recordtempo kaal. Vooral in het voorjaar veroorzaken de vogels veel schade omdat ze het verse, jonge gras opeten. Boeren moeten dan vervangend voer voor hun vee kopen. De vergoeding die zij voor hun schade krijgen is gebaseerd op hoeveel vervangend voer zoals maïs kost.
Verschillende soorten ganzen bezetten de eerste vier plaatsen in de top 10 van dieren die schade veroorzaken. De rest van die lijst wordt bezet door andere vogelsoorten zoals de mees en de roek. De das staat als enige zoogdier op de negende plaats en heeft in 2021 ruim een half miljoen aan schade veroorzaakt. Boeren in Friesland, Noord-Holland en Gelderland meldden de meeste schade aan hun akkers.
Schade door wolvenaanvallen komt in de top 10 nog niet voor. Wel hebben boeren in Noord-Brabant en Limburg last van schade door wilde zwijnen, die akkers omploegen. Wilde zwijnen mogen eigenlijk alleen in de Veluwse bossen in Gelderland voorkomen, maar in beide zuidelijke provincies zijn toch populaties ontstaan die steeds verder zwerven over het platteland.