Opinie

Moord en doodslag vergen zeer zware straf

De Tweede Kamer heeft besloten de wettelijke maximumstraf voor doodslag te verhogen van vijftien naar vijfentwintig jaar​. Daarmee is het gat tussen de straf voor doodslag en de straf voor moord van vijftien jaar teruggebracht naar vijf.

Hoofdredactie
11 May 2022 10:30
beeld ANP, Lex van Lieshout
beeld ANP, Lex van Lieshout

Een reden voor dit besluit is dat bij rechtszaken het moeilijker is om moord te bewijzen dan doodslag. Laat helder zijn: voor de nabestaanden maakt dit niet uit. Zij hebben hun geliefde of collega verloren. Op vaak brute wijze is een einde gemaakt aan diens leven. Maar voor de juridische besluitvorming is het verschil echt belangrijk.

Moord veronderstelt een vooropgezet plan. Dat betekent dat rechters onomstotelijk moeten vaststellen dat de moordenaar welbewust en weldoordacht aanstuurde op het doden van een medemens.

Dat te bewijzen is meestal erg moeilijk, tenzij er concrete aanwijzingen zijn die aantonen dat er een moordplan lag. Ontbreken dergelijke harde bewijzen, dan moeten rechters als het ware in het brein van de moordenaar binnendringen en zijn gedachten analyseren. Dat lukt doorgaans niet. Zeker niet als de boef categorisch blijft zwijgen tijdens verhoren en de rechtszitting. Niets zeggen kan dus lonen.

Van doodslag is sprake als iemand welbewust maar niet met voorbedachte rade van het leven wordt beroofd. De misdadiger wilde de ander doden, maar een concreet moordplan ontbreekt. Vaak gaat het om impulsdaden; de doodslager handelde in een opwelling.

De vorige minister van Justitie, Grapperhaus, besloot een voorstel te formuleren om het verschil tussen de straf voor moord en voor doodslag te verkleinen. Zijn argument was dat de twee misdrijven zoveel gelijkenis kunnen vertonen dat een groot verschil tussen de gevangenisstraffen niet goed valt uit te leggen. Dat voorstel is nu overgenomen.

Grapperhaus had op dit punt gelijk. Niet alleen omdat in de praktijk de grens tussen moord en doodslag soms flinterdun is. Ook omdat de ernst van het misdrijf en het gevolg daarvan gelijk is: er is een mens van het leven beroofd. Die misdaad is zo verschrikkelijk dat alleen de meest zware straf gerechtvaardigd is.

Wie de Bijbel als uitgangspunt neemt voor het ethisch handelen, weet dat in het Oude Testament de doodstraf wachtte voor moordenaars. Waarbij kan worden aangetekend dat die niet in alle gevallen werd uitgevoerd. Koning David had een moordplan om zich van Uria te ontdoen. Maar hij kreeg genade. En voor doodslagers die per ongeluk een ander het leven ontnamen, waren er vrijsteden.

De ernst van de misdaad leidde er in het Oude Testament toe dat de misdadiger de zwaarste straf kreeg. Daarbij was niet het motief van de misdadiger leidend, maar het gevolg. Zonder te pleiten voor herstel van de doodstraf zou die gedachte nog meer leidend kunnen zijn in het strafrecht. Het is een Bijbelse gedachte om bij straffen meer uit te gaan van vergelding dan van de intentie van de dader.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer