Top over Turkije hoogtepunt van Nederlands EU-voorzitterschap
Wie het tijdschema bekijkt dat premier Balkenende zijn Europese collega’s heeft toegezonden voor de top die donderdagavond begint, zou denken dat de beslissing over Turkije weinig discussie meer vergt. Toch moet er over diverse punten nog stevig worden onderhandeld.
Het is het belangrijkste en tevens lastigste onderwerp dat Nederland als huidig aanvoerder van de EU op zijn bordje heeft liggen: de vraag of de Unie officiële toetredingsbesprekingen start met Ankara. Per 1 januari neemt Luxemburg het estafettestokje over. De tweedaagse vergadering van de regeringsleiders geldt als het hoogtepunt van het voorzitterschap en fungeert tevens als de lakmoesproef. Lukt het om de 25 landen op één lijn te krijgen, dan betekent dat een aardig succes voor de minister-president bij zijn optreden op het internationale toneel.
De Haagse bewindslieden en hun assistenten zijn de afgelopen weken erg druk geweest met de voorbereidingen. De diplomatieke molen draaide op volle toeren. Daarbij ging het erom de gevoeligheden nauwkeurig in kaart te brengen en de ruimte voor compromissen af te tasten. De bevindingen verschaften de noodzakelijke informatie om kansrijk geachte teksten te schrijven en, onder invloed van de reacties, te herschrijven. Thans wacht de finale. De hoogste politieke vertegenwoordigers van de lidstaten hebben met elkaar het laatste woord.
Donderdagavond om kwart over zeven schuift Balkenende in Brussel met hen aan tafel voor een diner. Tussen het eten door praten zij over Turkije. De sessie zal volgens het programma duren tot rond halfelf, maar het zou niet verbazen als het veel later wordt. Aan het eind hopen betrokkenen zicht te hebben op een alomvattende deal. Gedurende de nacht mogen de ambtenaren de bewoordingen in het slotcommuniqué dan nog wat bijschaven.
Vrijdagochtend om tien uur zetten de presidenten en premiers hun beraad voort. Na een ontmoeting met de voorzitter van het Europees Parlement, een verplicht nummer op elke top, ontvangen zij Kofi Annan, de secretaris-generaal van de VN. Met hem gaat het over grote vraagstukken in de wereld als de collectieve veiligheid en de strijd tegen de armoede.
Vervolgens informeert Balkenende zijn ambtgenoten over de resultaten van de conferenties in de voorbije maanden over het thema ”Europe. A beautiful Idea?”, de Europese variant van het eveneens door hem geïnitieerde nationale debat over normen en waarden.
Het laatste agendapunt betreft het vaststellen van de conclusies. Die bevatten ook de inhoud van het besluit over Turkije. Er is ruim een uur voor uitgetrokken, maar waarschijnlijk is er meer tijd nodig om de resterende plooien glad te strijken en over alle komma’s en punten overeenstemming te bereiken.
Een nee tegen het openen van overleg met de kandidaat-lidstaat aan de Bosporus lijkt vrijwel uitgesloten. Geen van de EU-landen stuurt daarop aan. In die zin hangt er weinig spanning rond het conclaaf. Het draait vooral om de voorwaarden die verbonden zullen zijn aan het traject dat nu wordt ingeslagen en dat zich zal uitstrekken over een periode van minimaal tien jaar. Maar in dat kader zijn er overigens genoeg kwesties die voor problemen kunnen zorgen.
Zo opteren vooral Frankrijk, Oostenrijk en Denemarken voor strenge bepalingen. De leiders van die landen willen vrijdag afreizen naar huis met argumenten op zak voor de geruststellende boodschap aan een kritische bevolking dat het lidmaatschap van Turkije nog lang geen uitgemaakte zaak is.
Daarentegen zien met name Duitsland, Groot-Brittannië, Italië en Spanje erop toe dat er in vergelijking met andere landen die in de wachtkamer zitten of zaten juist geen extra zware eisen uit de bus rollen.
De Turkse premier Erdogan en zijn minister van Buitenlandse Zaken Gül verblijven sinds woensdagavond eveneens in de Belgische hoofdstad. Zij zijn op elk gewenst moment beschikbaar voor consultatie. Ondertussen roepen zij telkens maar weer dat zij geen pakket zullen accepteren waarin nieuwe voorwaarden zijn opgenomen. Dan keren zij zich liever van Europa af, beweren zij. Maar of dat dreigement veel indruk maakt, valt te betwijfelen.
Welke mogelijkheden zullen er straks zijn om bij ongewenste ontwikkelingen de onderhandelingen op te schorten? In hoeverre krijgt Turkije nu reeds garantie op een toekomstig lidmaatschap? Zijn de inspanningen uitsluitend gericht op toetreding of blijft de optie open om uiteindelijk slechts een speciale status, in de vorm van een bevoorrecht partnerschap, aan te bieden? Wanneer en hoe dient Ankara de erkenning van Cyprus gestalte te geven? Welke waarborgen worden vastgelegd om een ongebreidelde toestroom van Turkse migranten te vermijden? Dat zijn enkele belangrijke openstaande vragen. En verder is er tot dusver geen consensus over de concrete datum voor de aanvang van de besprekingen.
De banden tussen het verenigd Europa en de natie aan de zuidoostflank van ons continent zijn al zo’n veertig jaar oud. In 1963 kwam reeds een associatieverdrag ofwel samenwerkingsakkoord tot stand. In 1999 kreeg het betrokken land de status van kandidaat-lidstaat. In 2002 beloofden de regeringsleiders eind 2004 te besluiten om zonder vertraging de onderhandelingen te starten als dan tenminste de criteria van Kopenhagen zouden zijn vervuld, die betrekking hebben op fundamentele beginselen als mensenrechten, democratie, vrijheid en rechtsorde.
De Europese Commissie gaf in haar rapport van begin oktober aan dat de situatie in Turkije in voldoende mate strookt met die ijkpunten. Het Europees Parlement velde woensdag eenzelfde oordeel. Bij de Europese Raad, zoals een top officieel heet, berust de bevoegdheid om definitief de knoop door te hakken. De beslissing van vrijdag is een volgende stap in een proces met een in de politieke praktijk inmiddels welhaast onomkeerbaar karakter.