Topman Frans Muller zegt de prijzen niet meer dan noodzakelijk te laten oplopen om consumenten te helpen. Die prijsstijgingen beperken kan het moederbedrijf van Albert Heijn vooral met de eigen merken. Maar ook in de onderhandelingen met andere leveranciers zet Ahold Delhaize druk. Zo vocht het bedrijf eerder dit jaar een ruzie met Nestlé uit.

„Het is onze rol om de prijzen zo laag mogelijk te houden”, aldus Muller. „We hebben veel klanten met een kleine portemonnee en die proberen we te helpen.” Dat veel bedrijven ook minder voedsel dan normaal in verpakkingen stoppen, probeert Ahold ook aan te pakken. „We willen dat bedrijven daar duidelijk over zijn. Zelf geven we kiloprijzen aan om de consument te informeren.”

De totale omzet van Ahold Delhaize bedroeg 19,8 miljard euro, een toename van 8,3 procent vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder. Dat kwam onder meer door overnames, zoals die van 38 supermarkten van DEEN in Nederland en de keten Southeastern Grocers in de Verenigde Staten. Ook openingen van nieuwe winkels van bestaande ketens droegen bij en de sterke dollar ten opzichte van de euro. „We verdienen zestig procent van ons geld in de VS, dus dat merken we ook.”

Als gekeken wordt naar de winkels die een jaar geleden ook al open waren, steeg de omzet met 3,3 procent, wat volledig te danken was aan de Amerikaanse supermarkten. In Europa ging die zogenoemde vergelijkbare omzet met 3,1 procent omlaag. De nettowinst bleef ongeveer gelijk aan vorig jaar met 546 miljoen euro.

De omzet van bol.com daalde met 7 procent ten opzichte van een jaar eerder. Toen zat Nederland echter veel langer in lockdown en konden consumenten niet naar gewone winkels. De webwinkel van Ahold Delhaize wordt dit jaar naar de beurs gebracht en daarvoor liggen de voorbereidingen op schema, aldus Muller.

Tegen persbureau Bloomberg liet hij al weten dat bol.com als geheel veel meer waard zou moeten zijn dan 1,5 miljard euro. „We hebben een idee wat bol.com waard is en willen de beste waarde voor het bedrijf krijgen, maar het is uiteindelijk iets dat de markt bepaalt”, aldus Muller. „Als we niet de prijs kunnen krijgen die we willen zullen we een beursgang moeten uitstellen of een andere oplossing moeten vinden.”