In een van de armste landen ter wereld zit de grootste en gevaarlijkste missie van de VN met bijna 13.000 blauwhelmen geleid door de Nederlandse luitenant-generaal Kees Matthijssen. De VN beslist volgende maand over voortzetting van de missie.

Aan de vooravond van dit besluit bracht Ollongren maandag en dinsdag een bezoek aan hoofdstad Bamako. Ze bezocht de Nederlandse militairen die met een transportvliegtuig de VN ondersteunden. Ook ging ze langs bij de missies van de VN en EU.

„Het gaat niet goed met dit land”, zegt de bewindsvrouw aan het eind van haar bezoek. „Het is eigenlijk een land in oorlog.” En de Minusma-missie „biedt in elk geval voor bepaalde delen van het land iets van stabilisatie”.

„Ik denk dat het zonder Minusma nog veel slechter was geweest en dat is wat je in het achterhoofd moet hebben voor de toekomst.” Haar Duitse collega heeft haar informeel gevraagd of Nederland opnieuw een bijdrage wil leveren aan Minusma.

Sinds 2020 zijn militairen aan de macht in Mali. Die zijn de Fransen, die sinds 2013 in het land zijn om jihadisten te bestrijden, het land aan het uitwerken. Daardoor zal Minusma vanaf september veel gevechtskracht tekort komen.

„Er zijn veel Afrikaanse landen die deelnemen, maar er zijn ook landen nodig als Duitsland en Nederland die hoogwaardige kennis en materieel kunnen leveren”, aldus de minister. „Ik denk dat je er heel serieus naar moet kijken, met een grondhouding dat als we niets doen dan verslechtert de situatie.”

Het militaire regime maakt het de VN niet gemakkelijk. Delen van het luchtruim zijn afgesloten of geblokkeerd. Verkiezingen zijn uitgesteld en het bewind verhindert Minusma om onderzoek te doen naar meldingen van mensenrechtenschendingen.

De militairen haalden ook de Wagner Group binnen. Deze Russische huurlingen trainen de Malinezen. De Russen zitten direct naast het Nederlandse kamp. De Nederlandse militairen hebben nooit problemen met ze gehad.

Ollongren sprak met haar Malinese ambtgenoot kolonel Sadio Camaro over de Russische aanwezigheid. „Hij begrijpt vanuit ons perspectief dat wij niks met de Russen te maken willen hebben”, aldus Ollongren. Verder zegt hij dat het een zaak van Mali is.

Deze week is een grote demonstratie tegen de missie in Bamako aangekondigd. De vrees dat na de Fransen het regime ook aanstuurt op het vertrek van de VN, wordt door Camaro tegengesproken. Volgens de minister heeft Camaro „onderstreept dat Minusma voor Mali echt belangrijk is”.