Kerk & religie

Verlichting voor ontredderd Roemenië

Schrijnende armoede, seksuele uitbuiting, straatkinderen die in de riolen leven, mishandeling, alcoholisme. De ellende lijkt in Roemenië niet te stoppen. De Stichting Hulpverlening Christenen in Roemenië (HCR) wil na tien jaar nog steeds veel meer doen, maar het geld ontbreekt. Toch is de HCR de enige hulporganisatie in Roemenië die door de Roemeense overheid wordt gesteund.

K. van der Zwaag
16 December 2004 08:38Gewijzigd op 14 November 2020 02:00
VEENENDAAL – Het werk van de tienjarige Hulpverlening Christenen Roemenië (HCR) slaat aan in het voormalige communistische land. De officiële erkenning door de Roemeense staat is daar een onmiskenbaar bewijs van, zeggen voorzitter dr. R. Seldenrijk (l
VEENENDAAL – Het werk van de tienjarige Hulpverlening Christenen Roemenië (HCR) slaat aan in het voormalige communistische land. De officiële erkenning door de Roemeense staat is daar een onmiskenbaar bewijs van, zeggen voorzitter dr. R. Seldenrijk (l

De HCR werd in 1994 opgericht nadat ds. N. van der Want (destijds predikant in de vrije afgescheiden gemeente van Waddinxveen) een beroep had aangenomen naar de Biserica Evanghelica Romana (BER: Evangelische Kerk van Roemenië) in Bacau. Het pionierswerk werd verricht door de families ds. N. van der Want-Edelman en het echtpaar André en Evelyne Muit. Onder leiding van het echtpaar Van der Want werd vertaal- en cursuswerk opgezet. Er zijn onder meer enkele gereformeerde belijdenisgeschriften vertaald in het Roemeens en Hongaars en een verkorte versie van de Institutie van Calvijn. Daarnaast is gevangenisevangelisatie gestart, gecombineerd met naaicursussen voor gevangenen. Psychosomatische klachten waren echter de belangrijkste reden voor vervroegde terugkeer van ds. Van der Want naar Nederland.

Verbreiding van het Evangelie en hulpverlening zijn van meet af aan de doelstellingen van de stichting, zegt voorzitter dr. R. Seldenrijk. Door de oprichting van de Roemeense Associatia Betania (als evenknie van HCR) in 1995 kon de HCR eenvoudiger in overleg met de Roemeense overheid allerlei zaken realiseren. Mede daardoor kreeg het werk in Roemenië bekendheid en erkenning. Bij Betania zijn inmiddels ongeveer zestig Roemeense medewerkers in dienst. Met ingang van 1999 is de Roemeense evangelist Rosca Luigi voor de stichting werkzaam bij diverse hulpverleningsprojecten. Sinds twee jaar werkt de voorganger Ionel Chivoiu in een evangelisatiegemeente te Onesti, een stad op 60 kilometer afstand van Bacau.

De HCR heeft tal van projecten lopen, zoals een medisch kinderdagverblijf, een noodhulp-adoptieproject, een kamer-trainingsproject, diverse werkgelegenheidsprojecten in gevangenissen, evangelisatiewerk en kinderbijbelclubs. Een folder en twee websites (www.asociatiabetania.ro en www.stichtinghcr.org) informeren over het werk. Sinds 1999 functioneert De Tulp als opvangcentrum voor ernstig misbruikte en mishandelde kinderen en straatkinderen.

In Bacau leven ongeveer 250 straatkinderen, volgens gegevens van de overheid. Volgens de HCR zijn het er echter veel meer die geen ouderlijk huis hebben, die elke dag moeten vechten om te overleven. Voor hen wordt een pleeggezin gezocht. In 2001 is Betania ook gevraagd mee te werken aan de oprichting van een centrum voor preventie en psychosociale hulp aan jongeren die besmet zijn met HIV of die reeds aids hebben. In Bacau zijn minstens 500 van zulke kinderen geregistreerd.

In Nederland zijn verschillende werkgroepen, waarvan de meest actieve die van Waddinxveen, Krimpen aan den IJssel, Lienden, Staphorst en Urk zijn. De werkgroepen verzorgen ongeveer dertienmaal per jaar een transport naar Bacau. Ook verzorgen particulieren regelmatig een transport.

In de vergadering van het Roemeense parlement op 9 september heeft de regering het besluit genomen om Betania te erkennen als een organisatie van ”algemeen nut”.

HCR-secretaris D. Vroegindeweij: „Zo’n erkenning wordt zelden gegeven in Roemenië. Er ging een zware procedure aan vooraf. De stap is des te opmerkelijker omdat bij de oprichting van Betania elke verwijzing naar de christelijke identiteit uit de statuten moest worden verwijderd.”

Dr. Seldenrijk: „De overheid erkent hiermee het belang en de betrouwbaarheid van het werk van Betania. Bij de overheid heeft de organisatie ook een voorbeeldfunctie voor het hele land.”

Beide bestuursleden zien in de erkenning de hand van de Heere in een periode waarin het moeilijk was om financiën te verwerven. Seldenrijk: „Het is zelfs zo dat de overheid vier belangrijke projecten voor meer dan de helft subsidieert. Een aardig detail: binnenkort zal de president van Roemenië, Ion Iliescu, Betania bezoeken.”

Naast de materiële nood is de geestelijke nood ook groot. Een bijbels en reformatorisch georiënteerd kerkelijk leven is in Roemenië schaars. Ongeveer 75 procent van de bevolking behoort tot de Roemeens-Orthodoxe Kerk, 14 procent is rooms-katholiek of Grieks-katholiek, 1 procent behoort tot een van de protestantse groeperingen. De HCR werkt vooral samen met de baptisten en met de BER als de meest schriftgetrouwe groepen. De BER telt ongeveer 200 gemeenten (vooral in het midden en zuiden van Roemenië) met in totaal ongeveer 22.000 leden. Ze hebben geen vrijgestelde voorgangers, maar combineren dit werk zo mogelijk met een betaalde baan.

Is er honger naar het Woord? Vroegindeweij is nog maar net terug van een bezoek aan Bacau. Hij stuitte in een adoptiegezin op vragen van kinderen over de Bijbel. „Ze hadden die allemaal in een schriftje opgeschreven, ze waren echt benieuwd naar het antwoord.”

Ook vertelt hij hoe de directeur van een medisch dagverblijf vorig jaar overging van de Orthodoxe Kerk naar de BER. „Dat is een grote stap in Roemenië.”

De BER-gemeente in Bacau telde bij de oprichting van de HCR 25 leden en is nu -mede door de inzet van de evangelist Rosca Luigi- uitgegroeid tot zo’n 150 leden. Er worden voorbereidingen getroffen voor een nieuw kerkgebouw.

De ellende blijft immens. Tijdens een bezoek aan centrum De Tulp zag Vroegindeweij een kind met een bont en blauw geslagen gezicht, met uitpuilende ogen: gevolg van mishandeling. Hij hoorde verhalen van een kind dat bewerkt was met een gloeiend ijzer, een kind dat aan een ketting vastgelegd was in een hondenhok. „Ik hoorde het verhaal van een vader die aan de drank was, die alles daarvoor verkocht, inclusief huisraad en woning. Ten slotte gingen vader en moeder uit elkaar en de drie kinderen, van 2, 4 en 6 jaar, werden op straat gezet. Gelukkig werden ze opgepikt door de politie, anders zouden ze onder de straatkinderen zijn terechtgekomen.”

De nood van de laatste overstromingen in de zomer is verschrikkelijk. Complete dorpen zijn weggevaagd. De oogst is vernield. Er is geen voedsel voor de winter.

Na tien jaar is er nog veel te doen, erkennen beide bestuursleden. Seldenrijk: „Het is vooral een kwestie van financiële middelen.”

Vroegindeweij: „Patiënten moeten bij de dokter eerst geld laten zien voordat ze geholpen worden. Dat is in- en intriest. Elke keer als ik in Bacau kom, besef ik dat mensen die zich voor dit werk inzetten, innerlijk gedreven moeten zijn. Zonder het geloof is dit niet vol te houden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer