Wereldbank dringt aan op duurzame groei
De snelle groei van de wereldeconomie dwingt rijke, maar ook armere landen beter na te denken over de gevolgen voor het milieu. De manier waarop de groei gestalte krijgt is van belang voor miljarden mensen.
In een rapport dat de Wereldbank woensdag naar buiten bracht, wordt andermaal een lans gebroken voor duurzame ontwikkeling, waarbij de economie zo wordt ingericht dat ook toekomstige generaties een menswaardig bestaan kunnen leiden. De presentatie van het rapport vond plaats in Washington en in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires, waar momenteel de VN–klimaatconferentie wordt gehouden.
Volgens ramingen van de ontwikkelingsbank zal de economische groei in de rijke landen de komende jaren gemiddeld 2 procent bedragen. In de ontwikkelingslanden zal dat percentage 3,3 bedragen. De omvang van de wereldeconomie zal in 2050 135 biljoen dollar zijn, een verviervoudiging ten opzichte van nu.
Volgens de president van de Wereldbank, James Wolfensohn, hebben rijke landen een grotere verantwoordelijkheid omdat zij het milieu meer vervuilen. Dat betekent onder meer dat zij hun productiemethoden en energieverbruik moeten veranderen. Daarnaast moeten producten die het milieu belasten fiscaal onaantrekkelijker worden, aldus Wolfensohn.
Ook armere landen zijn aan zet en sommige zijn daar al succesvol mee bezig. Zo zijn in India wetten opgesteld die ervoor zorgen dat het groeiproces gepaard gaat met een verantwoord milieubeleid. Dergelijke maatregelen kosten geld, maar als landen hun economie maar klakkeloos laten doorgroeien, zijn de uiteindelijke kosten veel hoger, aldus de bank.
China komt in het rapport ook aan de orde. De economie van dat land zal tussen nu en 2020 met een factor vier groeien. Dat lukt alleen als de groei op een duurzame manier tot stand komt. Als de traditionele normen voor ontwikkeling zouden worden gehandhaafd, zal China dit groeipatroon niet kunnen volhouden. De natuurlijke hulpbronnen waarop het land is aangewezen zijn niet toereikend.
Het land streeft daarom naar een groter verbruik van alternatieve vormen van energie, zoals windenergie. Ook is het zich bewust van de gevaren van broeikasgassen als kooldioxide.
De directeur milieuzaken van de Wereldbank, Warren Evans, zei tijdens de presentatie dat de internationale gemeenschap nog steeds te weinig geld beschikbaar stelt voor het milieu. Sinds de milieuconferentie in Rio de Janeiro (in 1992) is er jaarlijks ongeveer 2 miljard dollar uitgetrokken.
Ondanks de maatregelen vinden de meeste mensen in ontwikkelingslanden dat de milieuwetten moeten worden verscherpt. Een grotere inspanning is cruciaal voor het welzijn en de gezondheid van zo’n 3 miljard mensen die nu in armoede leven, aldus het rapport.