Spaanse regering zelf bespioneerd, maar blokkeert onderzoek
Eerst ontkende de regering de onthullingen met stelligheid: in Spanje wordt niet gespioneerd. En nu, twee weken later, is het opeens de Spaanse regering zélf die het slachtoffer is geworden van spionage. Wat is hier aan de hand?
Maandag riep de regering in Madrid met spoed een persconferentie bijeen. De mobiele telefoon van premier Pedro Sánchez en die van minister Margarita Robles van Defensie waren bespioneerd met Pegasus, hoogwaardige spyware van Israëlische makelij. Dat zei minister Félix Bolaños op basis van een rapport van de Spaanse geheime dienst CNI.
De woorden van Bolaños wekten alom verbijstering. Ten eerste omdat het hoogst ongebruikelijk is dat regeringen op eigen initiatief toegeven dat zij bespioneerd zijn. Dat is immers een teken van een falende beveiliging. En ten tweede vanwege het moment.
Het was precies twee weken geleden dat het Amerikaanse kwaliteitsblad The New Yorker onthuld had dat de telefoons van ruim zestig vooraanstaande figuren uit de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging besmet waren met Pegasus, een programma dat volgens de fabrikant alleen verkocht wordt aan regeringen en dat bedoeld is ter bestrijding van terrorisme en de georganiseerde misdaad – niet om politiek andersdenkenden te begluren.
Laconiek
De spyware-aanvallen waren vastgesteld door Citizen Lab, een onderzoeksgroep van de Universiteit van Toronto die gespecialiseerd is in schendingen van mensenrechten via cyberspionage. Citizen Lab weet niet wie de smartphones van de Catalaanse leiders heeft aangevallen. Maar tal van aanwijzingen leiden naar de Spaanse overheid. Bronnen uit de geheime dienst CNI hebben herhaaldelijk verklaard over Pegasus te beschikken. En het is geen geheim dat de bestrijding van het Catalaanse streven naar onafhankelijkheid een van de voornaamste prioriteiten is van de Spaanse spionagedienst.
Ondanks de ernst van de zaak stelde de regering-Sánchez zich laconiek op. Het kabinet ontkende aanvankelijk alles en weigerde een onderzoek in te stellen. Dat laatste maakte de verontwaardiging bij de slachtoffers alleen maar groter. Premier Pere Aragonès, leider van de Catalaanse republikeinse partij ERC sprak van „een schande en een buitengewoon ernstige aanslag op de grondrechten.”
Naarmate duidelijker werd dat het schandaal weleens politieke gevolgen zou kunnen hebben –zonder de steun van ERC dreigt het minderheidskabinet van Sánchez in het nauw te raken– veranderde de toon van de regering in Madrid. Minister Bolaños reisde naar Barcelona en probeerde de zaak te sussen door een „intern onderzoek” binnen de spionnenclub CNI aan te bieden.
Tegen deze achtergrond maakt de Spaanse regering nu bekend zélf het doelwit te zijn geweest van spionage. Dat wil zeggen, van verdachte wordt het kabinet nu slachtoffer. En naast premier Sánchez gaat het uitgerekend om minister Robles. Zij ligt onder vuur omdat ze vorige week de massale spionage van Catalaanse separatisten rechtvaardigde.
Madrid zegt niet te weten wie achter dit nieuwe geval van spionage zit. Maar volgens minister Bolaños zou het in elk geval om een „externe” cyberaanval gaan, en „niet om een Spaanse publieke instelling” – een verwijzing naar het CNI. Het probleem is echter dat de bron waar de regering zich op baseert het Nationale Cryptologische Instituut is. En dat valt onder het CNI. Dus: het CNI van minister Robles pleit het CNI vrij.
Opmerkelijk
Intussen wordt volop gespeculeerd over de vraag wie achter de spionage tegen de Sánchez en Robles zou kunnen zitten. Diverse analisten wijzen naar Marokko. Toch zou het niet de eerste keer zijn dat de Spaanse geheime dienst leden van de eigen regering bespioneert, zoals in 1995 aan het licht kwam. Bovendien is het geen geheim dat bepaalde sectoren binnen de politie de linkse regering van sociaaldemocraten en Podemos niet bepaald een warm hart toedragen.
Een andere theorie is dat de regering een rookgordijn wilde optrekken. Niemand kan de informatie van de geheime dienst natrekken. Maar het nieuws over de spionage tegen de regering beheerst nu wél het publieke debat. De massale spionage tegen de Catalanen is er deels door naar de achtergrond gedrongen.
Hoe dan ook, premier Sánchez heeft geen verontwaardiging getoond over de cyberaanval op zijn telefoon. Dat is opmerkelijk. En wellicht nog opmerkelijker: gisteren (woensdag) blokkeerde de PSOE van Sánchez samen met de rechtse oppositie een parlementair onderzoek naar de spionageschandalen met Pegasus. Heeft hij geen behoefte te weten wie erachter zitten, of weet hij het al?