Alibaba en Tencent dalen in Hongkong, Japan en China gesloten
Chinese technologiebedrijven als Alibaba en Tencent stonden woensdag onder druk op de beurs in Hongkong. Beleggers verwerkten het nieuws dat de Amerikaanse beurstoezichthouder SEC een onderzoek is gestart naar mogelijke ongeregeldheden bij de beursgang van de Chinese taxi-app Didi Global in 2021 in New York. Ook verkleinde een aantal grote investeerders hun belangen in de Chinese techsector.
De aandelenhandel in Azië bleef daarbij vrij rustig aangezien de belangrijke financiële markten in Japan en China gesloten bleven. Daarnaast werd uitgekeken naar het langverwachte rentebesluit van de Federal Reserve, dat later op de dag bekend wordt gemaakt. De Amerikaanse centrale bank zal naar verwachting de rente met een half procentpunt gaan verhogen om de hoge inflatie te bestrijden.
De Hang Seng-index in Hongkong noteerde tussentijds 1,2 procent in de min. Webwinkelconcern Alibaba en internet- en gamebedrijf Tencent verloren bijna 4 procent en dik 3 procent. Het Amerikaanse onderzoek naar Didi Global, dat onder druk van de Chinese autoriteiten al heeft besloten de beurs in New York te verlaten, zorgt voor meer onzekerheid in de Chinese techsector. De eigen overheid treedt al enige tijd hard op tegen de grote machtspositie van de techbedrijven, maar Beijing beloofde recent juist wat minder streng te zijn.
De Chinese maaltijdbezorger Meituan zakte ruim 5 procent na het nieuws dat investeringsfonds Sequoia zijn belang in het bedrijf heeft teruggebracht. JD Health International kelderde 14 procent nadat uit documenten bleek dat de voorzitter van het bedrijf aandelen van het digitale gezondheidsplatform heeft verkocht.
De Kospi in Seoul daalde 0,3 procent en de All Ordinaries in Sydney verloor 0,2 procent, ondanks een sterker dan verwachte stijging van de Australische winkelverkopen in maart. In China, waar de beurzen gesloten zijn vanwege de vieringen rond de Dag van de Arbeid, zal de beurshandel donderdag weer worden hervat.