Oorlog Oekraïne krijgt steeds slepender karakter
Moldaviërs maken zich ernstig zorgen dat de oorlog in Oekraïne ook naar hun land zal overslaan. Aanslagen in het aangrenzende Transnistrië en dreigende taal vanuit Moskou geven aan dat die vrees niet geheel ongegrond is.
Toen Rusland de strijd naar het oosten van Oekraïne verplaatste, ging bij velen een zucht van verlichting op. Grote bevolkingscentra, waaronder de hoofdstad Kiev, bleven nu grotendeels buiten schot. De bevolking kon weer enigszins rustig ademhalen. Vluchtelingen keerden zelfs weer naar huis terug. En misschien vormde het Russische offensief in de Donbas-regio wel de opmaat voor een definitieve aftocht richting het moederland.
Dat laatste is nog steeds niet uit te sluiten, want de strijd verloopt bepaald niet volgens Russisch plan. En president Vladimir Poetin zal toch ooit met een succesverhaal richting zijn eigen bevolking moeten komen. Liefst op 9 mei, als Rusland traditioneel Overwinningsdag viert.
De inname van de strategisch belangrijke Oost-Oekraïense stad Marioepol en het veiligstellen van een corridor over land van schiereiland de Krim naar het Russische vasteland zou zo’n overwinningsverhaal kunnen zijn.
Inmiddels is het lang niet meer zo zeker dat Moskou zich tevreden zal stellen met militaire successen in het oosten van Oekraïne. Een Russische generaal uitte onlangs de wens om een directe verbinding met het pro-Russische republiekje Transnistrië –ingeklemd tussen West-Oekraïne en Moldavië– te forceren.
Militair gezien lijkt dat een vrijwel onmogelijke opgave: de Russen zouden dan een honderden kilometers lange strook in het zuiden van Oekraïne moeten veroveren. Dat is een logistieke nachtmerrie en bovendien is zo’n smalle corridor uiterst lastig te verdedigen.
Desondanks lijkt het erop dat Rusland in elk geval doelbewust bezig is om onrust in en rond Transnistrië te stoken, om een excuus te hebben om etnische Russen en de pro-Russische de bevolking ‘te hulp te schieten’. Dat was al eerder een beproefde Russische tactiek in andere voormalige Sovjet-staten.
Moldavië volgt de ontwikkelingen dan ook met argusogen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Baltische staten kan het land niet op directe steun van de NAVO rekenen omdat het geen lid is van het bondgenootschap.
Tegelijkertijd voorziet de NAVO het Oekraïense leger van steeds zwaardere wapens om de Russische agressie het hoofd te bieden. Dat kan ook in het voordeel van Moldavië werken, hoewel de Oekraïense strijdkrachten momenteel hun handen vol hebben aan het oostfront.
Het maakt intussen allemaal dat de oorlog in Oekraïne een steeds slepender karakter krijgt. De inzet van offensief NAVO-materieel en de hernieuwde dreigende taal vanuit Moskou over inzet van tot nu toe ongebruikt wapentuig geven weinig hoop op een spoedig einde aan het conflict.