Kojo Annan stelde in de verklaring dat de Republikeinen in de Verenigde Staten met hun beschuldigingen over corruptie bij het VN-programma een heksenjacht tegen zijn vader zijn begonnen.

In de brief stelt Kojo Annan dat hij nooit direct of indirect bij zaken was betrokken die verband hielden met de Verenigde Naties. Zijn naam is gevallen in het onderzoek naar mogelijke fraude bij het olie-voor-voedselprogramma voor Irak, omdat hij tot februari betalingen zou hebben ontvangen van het Zwiterse bedrijf Cotecna, dat bij het project was betrokken.

Met het VN-hulpprogramma olie-voor-voedsel mocht Irak van december 1996 tot november 2003, ondanks de strenge sancties, olie exporteren om van de opbrengst voedsel en medicijnen aan te schaffen. Daarbij zou voor ongeveer 60 miljard dollar aan olie zijn uitgevoerd, waarvan Saddam Hussein en zijn kliek miljarden in eigen zak hebben gestoken. Ook buitenlandse functionarissen, onder wie VN-medewerkers, zouden steekpenningen hebben ontvangen.

Amerikaanse Republikeinen drongen vorige week in het Congres aan op het ontslag van Kofi Annan, omdat ze bewijzen over fraude bij het VN-programma zouden hebben gevonden.