Brommerkabaal in de vroege ochtend van Koningsdag
In veel plaatsen is het een bekend fenomeen: in de vroege ochtend van Koningsdag jakkeren tientallen jongeren op brommers door stadswijken en dorpsstraten om zoveel mogelijk kabaal te maken. ”Luilakken” wordt de traditie genoemd.
„Gewoon vol gas je scooter opentrekken in het centrum; snelheden tot 90 kilometer per uur halen en lekker veel kabaal maken, zonder dat iemand er iets van zegt. Dat geeft een hoop adrenaline.” Aan het woord is Jevon Zwaagman (22), uit het Overijsselse stadje Hasselt. Hij is fervent scooterrijder en doet al jaren mee aan de brommernacht, zoals ze die in Hasselt noemen. „Vroeger ging ik er ’s nachts kijken en toen ik zelf een scooter had, ben ik al snel mee gaan doen, samen met vrienden.”
Ook in Oud-Beijerland is het luilakken een bekende traditie. Daar neemt Calvin Ros (22) sinds 2017 deel aan de nachtelijke scootertocht door het Zuid-Hollandse dorp, die rond vier ’s uur ochtends begint. „Allemaal maatjes van mij uit de buurt deden mee. Dan rol je erin.”
In Hasselt zijn er jaarlijks twintig tot dertig rijders die de traditie in stand houden. Zwaagman: „Soms komt er een zestienjarige bij, die net z’n rijbewijs heeft gehaald. Een ander jaar zijn er vijftigers die zeggen: „Jongens, we pakken ons brommertje uit de schuur en rijden weer een keertje mee.” In Oud-Beijerland is het evenement massaler. Volgens Ros komen er een paar honderd rijders en toeschouwers op af, deels van buiten het dorp en zelfs van buiten de Hoeksche Waard.
Herrie
Ros en zijn vrienden vinden het geweldig om één keer per jaar met zoveel mogelijk motoren en scooters ’s nachts door het dorp te rijden. Aanpassingen aan zijn tweewieler om extra herrie te produceren doet de Oud-Beijerlander niet. „Ik rijd op een motor, die maakt al herrie genoeg. Maar er zijn er die hun uitlaat doorslijpen voor extra kabaal.” Ook in Hasselt wordt aan de uitlaat gesleuteld. Zwaagman: „Meestal halen we alleen de demper eraf, anders verlies je vermogen. En bijna alle brommers die meedoen, zijn opgevoerd. Dat zorgt ook voor extra geluid.”
Zwaagman zit dit jaar voor het eerst in de organisatie van het luilakken in Hasselt. „De contacten met gemeente, politie en jeugdwerkers zijn goed.” Sinds 2002 zijn er ‘spelregels’ afgesproken in Hasselt, nadat in 2001 in buurdorp Genemuiden rellen uitbraken toen de gemeente voorstelde de traditionele races in het dorp te verbieden.
Hasseltse luilakkers dienen zich tussen drie en vier uur ’s nachts in te schrijven voor de activiteit. „Je moet daarbij je kentekenbewijs en rijbewijs laten zien aan de politie en er wordt een blaastest afgenomen”, verklaart Zwaagman. Elke deelnemer krijgt een hesje met een nummer. Verder is er een vaste route en mogen de brommerbestuurders alleen tussen vier en zeven uur ’s ochtends door Hasselt rijden.
Wheelies
De deelnemers in Hasselt doen mee op eigen risico. De politie grijpt alleen in bij excessen. „Wat harder rijden is geen probleem, maar wheelies (op één wiel rijden, AV) maken of de rotonde verkeerd om rijden als het drukker wordt op de weg, is niet toegestaan”, aldus Zwaagman.
De afgelopen twee jaar was er geen toestemming voor het luilakken vanwege corona. Toch is er volgens de Hasselter toen ook gereden, alleen zonder strikte naleving van de spelregels. In Oud-Beijerland ging het evenement de afgelopen coronaperiode ook gewoon door. „Er is geen jaar overgeslagen”, zegt Ros zonder spijt in zijn stem over de illegale actie.
Volgens de dorpeling zijn er in Oud-Beijerland geen regels opgesteld rondom het luilakken. „Er komt heel veel volk van buitenaf naartoe, het is bijna niet te reguleren.” Om te veel toeloop te voorkomen, sluit de politie jaarlijks de toegangswegen naar de Hoeksche Waard af.
Het luilakken in Oud-Beijerland verloopt heel wisselend, vindt de motorrijder. „Het ene jaar is het chaos en het andere jaar loopt het goed.” Tijdens het luilakken zijn er regelmatig confrontaties tussen deelnemers en de politie van de Hoeksche Waard, die soms versterking krijgt van agenten uit Dordrecht en Rotterdam.
Volgens Ros proberen de brommerrijders wel afspraken te maken met de gemeente, maar tot nu toe zonder resultaat. „Wij willen chaos voorkomen en zijn bereid om te kijken hoe dat geregeld kan worden. Met hesjes achter agenten aanrijden zal het hier alleen nooit worden. En helemaal stoppen is geen optie.”
Beklag
In 2018 beklaagden een aantal Oud-Beijerlanders zich over het luilakken. Onder meer de Oranjevereniging schreef in een lokale krant over een „uit de hand gelopen evenement.” Ros begrijpt dat mensen het luilakken als overlast ervaren. „De rijders zijn soms lastig in toom te houden. Er worden stunts uitgehaald en er rijden deelnemers rond zonder kenteken. Maar het is maar één dag in het jaar.”
Volgens Zwaagman valt het met de overlast in Hasselt wel mee. „Vooral in de nieuwbouwwijken wonen mensen die van buiten Hasselt komen en de traditie niet kennen; die schrikken zich de eerste keer een hoedje. Maar een groot deel van de Hasselters wil dit. Vroeger reden de vaders, nu de zoons. Het gaat van generatie op generatie.”
Gerjan Crebolder, voorzitter van de Oranjestichting in Barneveld, is geen voorstander van het luilakken in zijn gemeente. Als voorzitter moet hij er op Koningsdag om zes uur uit om de evenementen in het Gelderse dorp op te bouwen en te coördineren. „Als ik dan om vier uur gewekt wordt door een stel jongeren die een hoop lawaai maken, word ik daar niet blij van. Ik wil een leuke dag organiseren en het stoort me dat ze dan zo vroeg beginnen.”
Eerder scheurden de luilakkers ook door de straten waar in alle vroegte de kleedjesmarkt werd opgebouwd. „Dat vond ik onverantwoord. Nu staan er dranghekken en beveiliging om te voorkomen dat ze daar kunnen komen.”
Afschaffen van de traditie vindt de voorzitter van de Barneveldse Oranjestichting wel weer een erg zware maatregel. Hij vindt het dan ook een goede zaak dat er afspraken zijn gemaakt met de jongeren. „En voordat je er wat aan kan doen is het ook alweer voorbij. Dan zeg je tegen elkaar: „Wat een herrie was het vanochtend weer hè”, en ga je over tot de orde van de dag.”