Economie

Kinderdagverblijf met een geurtje

Uit onderzoek van het Landbouw Economisch Instituut blijkt dat het een van de meest lucratieve bijverdiensten is voor agrariërs: kinderopvang bij de boer. Komende maand opent Alieke IJsseldijk een kinderdagverblijf in het achterhuis van de melkveeboerderij van haar man. „Als ouders hier komen kijken, zijn ze meteen verkocht.”

Marcel ten Broeke
15 December 2004 09:32Gewijzigd op 14 November 2020 02:00
STEENDEREN – Alieke en Anton IJsseldijk met een eigen kind en drie oppaskinderen in het voor kinderopvang verbouwde gedeelte van hun boerderij. Dezer dagen wordt de laatste hand gelegd aan de metamorfose van jongveestal naar kinderdagverblijf. Begin jan
STEENDEREN – Alieke en Anton IJsseldijk met een eigen kind en drie oppaskinderen in het voor kinderopvang verbouwde gedeelte van hun boerderij. Dezer dagen wordt de laatste hand gelegd aan de metamorfose van jongveestal naar kinderdagverblijf. Begin jan

Alieke IJsseldijk (32) praat bevlogen over haar initiatief. Op 3 januari opent ”’t Holthuisje”, een kinderdagverblijf dat ruimte biedt aan maximaal 24 kinderen in de leeftijd van tien weken tot vier jaar. „Eindelijk. Het is al jaren een droom van me. Iets uitdelen van de rijkdom die we hier hebben.”

In eerste instantie was het runnen van een kinderdagverblijf niet bedoeld ter aanvulling van het gezinsinkomen. Het melkveebedrijf van echtgenoot Anton (39) draait aardig. „Hij heeft 75 melkkoeien en zestig stuks jongvee. Een aantal waarmee je als zelfstandige goed uit de voeten kunt.” De aanhoudend lage melkprijs baart het echtpaar nu toch de nodige zorgen. „Misschien dat het kinderdagverblijf in de toekomst alsnog de belangrijkste inkomstenbron wordt.”

Tijdens haar studie Sociaal Pedagogische Hulpverlening kwam Alieke via stages in de zorg voor kinderen terecht. In eerste instantie werkte ze met meervoudig gehandicapte kinderen, later „rolde” ze in de reguliere kinderopvang. Het viel haar op dat de vele uitbreidingen in de kinderopvang een negatieve weerslag hadden op de geboden kwaliteit.

Toen ze acht jaar geleden op de boerderij van haar man ging wo, kwam al snel het idee om met kinderopvang op de boerderij te starten. Ook een vriendin zag hier wel wat in. Samen ontwikkelden ze het benodigde bedrijfsplan. De vriendin haakte echter plotseling af. „Ze zag het zelfstandig ondernemerschap toch niet zitten.”

De moed zonk Alieke aanvankelijk in de schoenen. De tijd en het vele geld dat ze al in haar „droom” had geïnvesteerd, hielden haar echter vastberaden. Een telefoontje van een medewerker van de Gewestelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (GLTO) bracht uitkomst. De medewerker vertelde haar dat er plannen waren om een Verenigde Agrarische Kinderopvang (VAK) op poten te zetten. Een franchiseformule die agrariërs ondersteuning zou gaan bieden bij het starten en exploiteren van een kinderdagverblijf. Ze stond er niet meer alleen voor. „De oprichting van de VAK was voor mij een echte steun in de rug.”

Samen met de VAK realiseerde Alieke haar plannen. Ze volgde via de organisatie cursussen, samen met deelnemers uit IJsselstein, Renswoude, Lelystad en Oude Horne (Friesland). Ook hier verrijzen binnenkort kinderdagverblijven op agrarische locaties. In Lelystad draait al enige maanden een kleinschalige variant.

Het kinderdagverblijf in de boerderij in Steenderen beslaat de helft van het achterhuis. In de andere helft bevindt zich het jongvee. Het interieur oogt spik en span. Grote raampartijen geven ruim zicht op wat er zich op het boerenerf afspeelt. Ook de karakteristieke boerenlucht is onmiskenbaar aanwezig.

Aan de voorkant van de boerderij is een aantal parkeerplaatsen aangelegd. Niet alleen voor het gemak, zo blijkt. Alieke heeft overal over nagedacht. „Wanneer er weer mkz zou uitbreken, en de boerderij zou moeten sluiten, kunnen we dankzij die van het erf gescheiden parkeerplaatsen de kinderopvang toch voortzetten.”

Voordat het achterhuis en het buitenterrein voor opvang geschikt waren, moest er flink wat worden verspijkerd. In totaal spendeerde het echtpaar „een dikke 3 euroton” aan de realisatie van het kinderdagverblijf. Anton: „Om alles terug te verdienen zullen we minimaal twintig jaar moeten draaien.”

De kinderopvang kost 5,27 euro per uur, zo’n 54 euro per dag. Dit is inclusief zaken als luiers en eten en drinken. Alleen voor flesvoeding moeten de ouders zelf zorgen. Alieke: „We zitten hiermee net iets onder de prijs van de opvang in de regio, terwijl wij meer te bieden hebben.”

Ze heeft geen marktonderzoek verricht om de levensvatbaarheid van de onderneming te toetsen. Er wonen genoeg kinderen in de omgeving. „Bovendien spreek je als moeder veel ouders. Die gaven aan dat een dergelijke opvang zeer welkom is.”

De maximaal 24 kinderen worden verdeeld over twee groepen. Per groep zijn er twee professionele leidsters aanwezig. Alieke had weinig moeite met het vinden van personeel. „Ze meldden zich vaak spontaan aan.”

Volgens Alieke is de keuze voor ouders die een kijkje komen nemen niet ingewikkeld. „Bij een eerste kennismaking zijn ze meteen verkocht. Kinderen vinden het hier geweldig. Scheppen in een bult gehakselde maïs en het slepen met hooi zijn altijd een succes.”

In overleg met haar man zullen de kinderen regelmatig onder begeleiding het erf opgaan of rondneuzen in de stallen. „Anton zorgt er dan voor dat alle mestputten en hekken dicht zijn en er niet met een trekker wordt gereden. Een boerderij kan tenslotte een gevaarlijke omgeving zijn.”

Het gejoel van zo’n 24 kinderen op zijn erf roept bij Anton vooralsnog geen schrikbeelden op. Hij staat voor honderd procent achter het initiatief van zijn vrouw. „Ik zie de kinderopvang niet als een beperking. Wanneer ik kinderen zie genieten, geniet ik zelf ook.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer