Kabinet wil dat grotere bedrijven personeel groener laten reizen
Met de fiets of met het openbaar vervoer naar het werk; nu is dat nog een vrijblijvende optie. Maar daar komt per 2025 wellicht verandering in. Het kabinet wil grotere bedrijven dan verplichten om het personeel milieuvriendelijker te laten reizen.
Dat blijkt uit een brief die staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) dinsdag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Het gaat om werkgevers met meer dan honderd werknemers in dienst. Het doel: een aanmerkelijke afname van de CO2-uitstoot. Als het personeel bijvoorbeeld meer gebruik gaat maken van elektrisch vervoer of vaker thuiswerkt, levert dat –stelt het kabinet– in vijf jaar tijd een besparing van een megaton CO2 op. Volgens de NOS gaan zo’n 8000 bedrijven onder de regeling vallen.
Als grotere organisaties niet worden verplicht om werknemers groener te laten reizen, is de kans groot dat de klimaatdoelen niet worden gehaald, vreest het kabinet. De regeling moet werkgevers „stimuleren” om hun bijdrage te leveren. „Thuiswerken, met het ov of de fiets naar je werk of met een elektrische auto of elektrische scooter zijn opties waar werknemers en werkgevers hopelijk meer over gaan nadenken.”
Vanaf 2023 zijn werkgevers al verplicht om gegevens van zowel het woon-werk als zakelijk verkeer van medewerkers te rapporten bij de overheid. Echter, als daaruit blijkt dat een bedrijf al voldoende CO2-reductie heeft weten te realiseren, hoeft het geen verdere acties te ondernemen.
Juridisch specialist Jan Schreuders van vakorganisatie RMU noemt een duurzaam mobiliteitsbeleid een goede ontwikkeling. „De hele samenleving moet hier zijn steentje aan bijdragen: de overheid, werkgevers, werknemers en particulieren.”
Schreuders heeft wel bedenkingen bij de regeling. Zo zal de administratieve werkdruk flink toenemen. „Er moet veel gemeten en bijgehouden gaan worden, maar hoe moet dit de duurzame mobiliteit bevorderen? Als werknemers bijvoorbeeld worden verplicht met het ov of de fiets te reizen, zal dit tot ingewikkelde vraagstukken binnen de arbeidsverhouding leiden. Voor veel werknemers zijn die reismogelijkheden namelijk geen optie.”
Daarbij vraagt Schreuders zich af hoe het zit met de privacy van de werknemer. „Die moet straks precies gaan aangeven welke route, welke afstand en met welk vervoersmiddel hij of zij reist. De vraag is hoe de privacy op een zorgvuldige manier kan worden beschermd.”