Opiniecommentaar

Kaag moet nieuw leiderschap tonen in interne #MeToo-kwestie

Enkele honderden D66’ers lieten de paasdrukte dit weekeinde even voor wat ze was. Zij hadden belangrijker zaken te doen: het partijbestuur tot de orde roepen. Daar is reden voor. Een van de landelijke ochtendbladen reconstrueerde zaterdag hoe de partijtop een interne #MeToo-affaire afdeed op een manier die tamelijk bedenkelijk is.

Hoofdredactie
20 April 2022 11:01
beeld RD
beeld RD

Een partijprominent van D66 blijkt een medewerkster van het partijbureau, een ondergeschikte dus, na een verbroken relatie nog tijdenlang hinderlijk en intimiderend te hebben gevolgd. De kwestie werd uitgezocht, maar in het eindrapport was het beschadigende feitenrelaas diep weggestopt in een vertrouwelijke bijlage. Een prettige bijkomstigheid, zo bleek, want de man kon zodoende fluitend zijn termijn als voorzitter van de D66-talentencommissie uitdienen. De vrouw, die de dupe werd van zijn gedrag, gaf noodgedwongen haar baan op en is tot nu toe nooit in het gelijk gesteld.

Kortom, een schril en schrijnend contrast en nu vrijwel alle media zich als hongerige wolven op D66 storten, is de vraag niet of, maar wie er alsnog voor de pijnlijke misser gaan bloeden. Het royement van de partijprominent lijkt onvermijdelijk; of de voormalige bestuursleden onder wier verantwoordelijkheid de affaire in de doofpot belandde én partijleider Kaag de confrontatie met de achterban zonder kleerscheuren zullen doorstaan, staat nog te bezien.

Dat alles wordt de komende dagen ongetwijfeld op de voet gevolgd. Maar beter dan te speculeren over welke corrigerende tikken er alsnog worden uitgedeeld, is het om met deze kwestie als aanleiding opnieuw de vraag op te werpen waarom er maar geen eind lijkt te komen aan de golf van #MeToo-kwesties, binnen en buiten de politiek.

D66 lijkt een bredere discussie over de interne omgangsvormen vooralsnog het liefst uit de weg te gaan, hoewel het onderzoek doet vermoeden dat deze affaire bepaald niet losstaat van de vrijheid-blijheid-partijcultuur. In veel Tweede Kamerdebatten over seksueel geweld gebeurt opmerkelijk genoeg iets vergelijkbaars. Daarin wordt wel indringend gepleit voor het aantrekken van meer zedenrechercheurs, het verhogen van de strafeis en het inrichten van een landelijk loket voor slachtoffers, maar net als tot dusver bij D66 valt er over de seksuele moraal geen woord.

Hoe die moraal in dat debat weer een plek kan krijgen, is echter best een vraag om even bij stil te staan. De Belgische feministe Liesbet Stevens poneerde recent dat een vrije samenleving alle vormen van seksueel wervend gedrag –flirten, verleiden en versieren– weer moet leren zien als risico’s. Van vrijheid voor iedereen, zo luidde haar stellingname, kan pas sprake zijn als het uitgangspunt wordt gerespecteerd om nooit achteloos om te gaan met andermans grenzen.

Zou Kaag het haar durven nazeggen zodra de partij de affaire achter zich kan laten? Dat zou echt getuigen van moed. Én –niet onbelangrijk voor D66– van nieuw leiderschap.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer