Chinese techaandelen opnieuw onderuit in Hongkong
Techaandelen zijn dinsdag opnieuw onderuitgegaan op de beurs in Hongkong. Beleggers blijven zich zorgen maken over strengere regelgeving vanuit de Chinese overheid. Het sentiment werd verder bepaald door de vrees dat de rente in de Verenigde Staten wel eens sneller omhoog kan gaan dan verwacht, iets waar met name techbedrijven gevoelig voor zijn.
De baas van de Federal Reserve Bank in St. Louis heeft gezegd dat de Amerikaanse centrale bank de rente snel verder zal moeten opkrikken om de hoge inflatie te kunnen beteugelen. Hij sluit daardoor niet uit dat er in één keer een rentestap van 0,75 procentpunt nodig is, wat zou neerkomen op een veel ingrijpendere maatregel dan waar alom rekening mee wordt gehouden.
Grote techbedrijven als Tencent en Alibaba leverden tussentijds tot bijna 4 procent in, terwijl de belangrijkste beursgraadmeter in Hongkong meer dan 2 procent zakte. Op de andere Chinese beurzen was sprake van minnen tot 0,7 procent. Coronalockdowns zorgen in de op een na grootste economie van de wereld nog steeds voor veel verstoringen. Meerdere westerse banken hebben daarom hun groeiverwachtingen voor de economie van China naar beneden bijgesteld. Maar de Chinese overheid lijkt wel bereid om maatregelen te nemen om te zorgen dat alsnog aan de groeidoelstellingen kan worden voldaan.
Elders in Azië waren op de beurzen wel duidelijke plussen te zien. De toonaangevende Nikkei-index in Tokio won bijvoorbeeld 0,8 procent. Dat gold niet voor fastfoodconcern Yoshinoya Holdings dat bijna 2 procent moest inleveren. Het bedrijf heeft zijn topman ontslagen omdat die onlangs vrouwonvriendelijke opmerkingen zou hebben gemaakt tijdens een lezing op een universiteit.