De jongste protesten komen uit Groningen en Drenthe, meldde vakblad Nieuwe Oogst vrijdag. Boerenorganisaties vragen in brieven aan de provinciebesturen om bij de landelijke politiek aan de bel te trekken. Eerder gebeurde dat al in Overijssel, Friesland, Flevoland en Gelderland.

De landbouworganisaties –waaronder LTO, de sectorale organisaties van varkenshouders (POV), melkveehouders (NMV) en pluimveehouders (NVP) en de actiegroepen Agractie en FDF– willen meer perspectief voor hun achterban. De hoofdlijnenbrief die stikstofminister Christianne van der Wal op 1 april presenteerde, geeft volgens de boeren onvoldoende duidelijkheid.

De Groningse boerenvoorman Wietse Duursma zegt in Nieuwe Oogst dat zijn achterban „gefrustreerd” raakt door „de Haagse dreiging om processen over te nemen als de regio niet genoeg voortgang boekt en de inzet van dwingende instrumenten als voorkeursrecht en onteigening.”

Het Drentse landbouwcollectief stelt dat het landelijke stikstofbeleid niet op draagvlak kan rekenen. De boeren willen geen gedwongen opkoop van boerderijen. Verder willen ze dat landbouwgrond landbouwgrond blijft en dat stikstofruimte in bestaande vergunningen niet van boeren moet worden afgepakt.

Ook het Gelders landbouwcollectief drong eerder deze week in een brief aan gedeputeerde Peter 
Drenth aan op behoud van voldoende landbouwgrond. Dat is nodig om de agrarische sector toekomstperspectief te geven. Ook willen de boeren dat innovatie een „volwaardige optie” wordt om de stikstofuitstoot te verminderen en vragen ze om een snelle oplossing voor de zogeheten PAS-melders.

De landbouwcollectieven zijn in de provincies een van de deelnemers aan het overleg voor een gebiedsgerichte aanpak. Ook gemeenten, waterschapen en natuurorganisaties praten mee.

De Overijsselse gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher (SGP) stelde woensdag in een verklaring dat hij zich „de teleurstelling bij agrariërs” over de stikstofbrief van minister Van der Wal „goed kan voorstellen.” Volgens hem ontbreekt in de brief „de gehoopte duidelijkheid en het perspectief” voor de boeren. „In gesprekken die ik met ze voer wordt soms schrijnend duidelijk hoezeer de onzekerheid over hun toekomst en die van hun gezinnen ze aangrijpt.”

Ten Bolscher vindt dat het kabinet meer aandacht moet geven aan „nieuwe verdienmodellen” voor boeren die door willen gaan. Ook wil hij meer ruimte om stoppers „echt een aantrekkelijk aanbod” te kunnen doen. Bijvoorbeeld door een vrijstelling van stakingswinst en mogelijkheden om op hun bedrijf niet-agrarische activiteiten te beginnen waar ze een inkomen uit kunnen halen.