Balkenende gaf aan dat van hem niet verwacht mag worden dat hij alle interviews van alle ministers constant in de gaten houdt. „We hebben te maken met volwassen politici die hun verantwoordelijkheid moeten kennen."

Balkenende vindt dat vanuit de Kamer een „te mager" beeld komt over de prestaties van het kabinet. „Er worden een paar voorbeelden genoemd en dat moet dan model staan voor het hele beleid."

Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer liet dinsdag blijken zeer ontevreden te zijn over het gebrek aan eenheid bij het kabinet. Als voorbeelden gebruikten de Kamerfracties onder meer de discussie over godslastering en het recente verschil van mening in het kabinet over de film Submission van VVD–Kamerlid Hirsi Ali.

Balkenende erkende dat er „incidenten" zijn geweest, maar volgens hem mogen die niet het beeld van het kabinet bepalen. „Dit kabinet functioneert zeer naar behoren. En ook over de oogst van dit jaar ben ik niet ontevreden."

De premier liet tijdens het debat niet na te benadrukken dat uit de pas lopende bewindslieden niet alleen bij dit kabinet voorkomen. „In elk kabinet komt het voor." Balkenende noemde onder meer de oud–bewindslieden Pronk (PvdA), Wijers (D66), Borst (D66) en Van der Ploeg (PvdA). De toename van het aantal media en het aantal interviews speelt bovendien een belangrijke rol, aldus de premier.

Hij voelt niet voor grotere bevoegdheden voor de minister–president. Zijn voorganger Kok nasprekend zei Balkenende dat de individuele ministeriële verantwoordelijkheid van bewindslieden „in marmer gebeiteld" is.