Verdachte aanslagen Parijs zegt van gedachten te zijn veranderd
De verdachte van de bloedige radicaalislamitische aanslagen in Parijs in november 2015, Salah Abdeslam, heeft woensdag in de rechtbank gezegd dat hij op het laatste moment van gedachten veranderde.
De 32-jarige Fransman zegt zijn bomgordel bewust niet tot ontploffing te hebben gebracht in een café in de Franse hoofdstad, terwijl dat wel zijn taak was.
„Mijn opdracht was om naar een café in het 18e arrondissement in Parijs te gaan”, getuigde de belangrijkste verdachte in het proces rondom de aanslagen woensdag. „Daar aangekomen bestelde ik een drankje, keek ik naar de mensen om mij heen en besloot ik: Nee, ik doe het niet”, aldus Abdeslam. Eerder werd nog gesuggereerd dat zijn bomgordel niet zou hebben gewerkt.
De bekentenis van de verdachte weerklonk volgens de Franse krant Le Monde „als een donderslag in de rechtszaal.” Tot nu toe hield Abdeslam zich tijdens het proces dat in september vorig jaar begon grotendeels stil.
Durfde niet
Tijdens zijn getuigenis vertelde hij onder meer ook pas twee dagen voorafgaand aan de aanslagen op de hoogte te zijn gebracht van de plannen. Dat gebeurde in het Belgische Charleroi, waar het brein achter de aanslagen, Abdelhamid Abaaoud, hem inlichtte. Abdeslam zei „geschokt” te zijn maar werd overtuigd om mee te doen. Eerder dacht hij dat hij naar Syrië gezonden zou worden.
Woensdag vertelde medeverdachte Mohamed Abrini dat Abdeslam van een organisator van de aanslagen op zijn kop had gekregen toen bleek dat hij zichzelf niet had opgeblazen. In de nasleep van de aanslagen was Abdeslam gevraagd waarom hij geen aansteker of sigaret had gebruikt om zijn bomgordel af te laten gaan. Volgens Abrini durfde Abdeslam de aanslag niet te plegen.
Bij de aanslagen in Parijs kwamen 130 mensen om het leven. Er staan twintig mensen terecht, van wie alleen Abdeslam direct betrokken was bij de aanslagen. De rest hielp hem of andere aanslagplegers met bijvoorbeeld onderdak of een autorit.