Fout op fout bij proces tegen Jezus
Bij elke lezing van de christelijke geloofsbelijdenis wereldwijd wordt de naam van stadhouder Pontius Pilatus uitgesproken. Maar hoe kwam het dat hij de sleutelrol speelde in het proces tegen Jezus en niet de Joodse raad onder Kajafas? Die vraag is belangrijker dan u wellicht denkt.
Het proces tegen Jezus boeide de tweelingbroers Augustin en Joseph Lémann, in negentiende-eeuws Frankrijk. Ze schreven er in 1876 in het Frans een boek over.
Hun kennis en interesse is te verklaren vanuit hun achtergrond. De Lémanns waren orthodox-Joods opgevoed, maar lieten zich dopen en beiden werden priester.
Bij hun geboorte in 1836 in Lyon kreeg de ene broer de voornaam Achille en de andere Edouard. Op het lyceum maakten ze kennis met het rooms-katholicisme. Ze verdiepten zich erin en lieten zich dopen. Daarbij kozen ze elk een andere voornaam: Augustin en Joseph. Toen hun familie en de Joodse gemeente hoorden van hun doop kregen de broers het zwaar te verduren. Hun vader was rijk en gerespecteerd. Maar de broers hielden voet bij stuk: „We zijn christen! We blijven christen!”
Uiteindelijk schreven de Lémanns een brief aan de kranten in Lyon, met daarin een boeiende passage: „Als de Messias is gekomen dan is het Jezus Christus en horen we christen te worden. Als de Messias niet gekomen is, kunnen we niet joods blijven want de tijd van de belofte is gepasseerd volgens de Schriften.” Bijzondere woorden, maar waar doelden de Lémanns op?
Zwaardmacht
Na de dood van koning Herodes werd zijn zoon Herodes Archelaüs viervorst over Judea, Samaria en Idumea. In het jaar 6 werd hij door keizer Augustus na klachten van een delegatie Joden en Samaritanen vervangen door een Romeinse stadhouder. Dat leidde ertoe dat de Joodse grote raad, het Sanhedrin, een eeuwenoud recht zou verliezen: de macht om de doodstraf uit te voeren (het ”gladii jus” bij de Romeinen, de zwaardmacht). De broers Lémann wisten dat dit in die tijd leidde tot grote onrust onder de Joden. Immers, Jakob had geprofeteerd: „De scepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tussen zijn voeten, totdat Silo komt” (Gen. 49:10). De Statenvertaling maakt veel beter dan moderne vertalingen duidelijk dat het gaat om de rechterlijke macht. De koninklijke scepter was Juda al eerder kwijtgeraakt, maar onder Romeins gezag raakte de Joodse raad ook de hoogste wettelijke macht kwijt.
Silo
Waar bleef Silo, de Messias? De broers Lémann (ook wel: Lehmann) kwamen tot het inzicht dat Silo toch wel op het juiste moment was gekomen, maar dat de Joodse raad het niet begrepen had. Die had besloten dat Jezus moest sterven om het volk te redden, maar de raad was afhankelijk van de Romeinse stadhouder.
De vervanging van een koning door een Romeinse stadhouder had opmerkelijke gevolgen. Het Sanhedrin had Jezus ter dood veroordeeld wegens lastering van God. Dat betekende volgens de wet van Mozes steniging. Maar Pontius Pilatus koos als Romein voor kruisiging. Zonder het te weten vervulde hij daarmee de uitspraak van Jezus Zelf: „En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden.”
Sanhedrin
In hun boek wezen Augustin en Joseph Lémann meer dan 200 overtredingen tijdens het proces tegen Jezus aan van de regels van de Joodse raad die waren vastgelegd in de Talmoed, in het traktaat Sanhedrin. Ze baseerden hun werk op een onderzoek van de Franse rechtsgeleerde M. Dupin.
De evangeliën laten al zien dat men valse getuigen inhuurde en dat al ruim voor het proces besloten was om Jezus te doden. Voor ons onbekende overtredingen zijn bijvoorbeeld dat nachtelijke zittingen niet waren toegestaan en dat zittingen in de zaal van gehouwen steen (Lisjkat Hagazit) in de tempel hoorden en niet in het huis van de hogepriester. De straf mocht ook niet op de dag van de zitting worden uitgevoerd. Met het scheuren van zijn kleren zondigde hogepriester Kajafas tegen de wet van Mozes.
De Lémanns hoopten met hun boek volksgenoten te bereiken, maar in het besef dat de grote doorbraak na hun tijd zou zijn. Ze eindigden hun boek met: „Wij zullen in ons leven de glorieuze dag van Israëls verlossing niet zien, maar vanuit de hemel waar naar we geloven God ons in genade zal ontvangen, zullen we met onuitsprekelijke vreugde de verzameling van ons volk tot Christus aanschouwen.”