Christus en christen
Hebreeën 11:26a
„Achtende de versmaadheid van Christus meerdere rijkdom te zijn, dan de schatten in Egypte.”
Jezus’ liefde tot u maakte Zijn zuchtende, bloedige, stervende arbeid zoet voor Hem. Kunt u dit ook zeggen? Acht u de versmaadheid van Christus meerdere rijkdom te zijn dan de schatten van Egypte? Hij had Zich zo geheel aan uw werk gewijd, dat Hij geen rust kon vinden, totdat het volbracht was. Hij ging er zo in op, dat Hij vergat brood te eten (Johannes 4:31-32). Zo behoorde het bij u ook te zijn; Hem te dienen, behoorde uw eten en drinken te zijn. Hij was zo geheel aan uw werk en dienst gewijd, dat Hij niet toeliet dat men Hem er één ogenblik van afleidde of aan onttrok. Als Petrus Hem de raad geeft dat Hij Zich voor lijden zal hoeden, zegt Hij: „Ga weg achter Mij, satan.” O, het zou zalig zijn als ook uw hart zo voor Christus ingewonnen werd!
Als men in oude tijden wilde uitdrukken hoe iets onmogelijk was, zei men: „U kunt evengoed trachten een christen van Christus te scheiden.” Zo hebt u gehoord welk gebruik u ervan behoort te maken dat Christus Zich voor u geheiligd heeft. Als Christus Zich zo voor ons geheiligd en afgezonderd heeft, wat is het dan een afschuwelijk kwaad om Hem en Zijn bloed als een gewone, onheilige zaak te gebruiken. Het is vreselijk als we dat doen.
John Flavel, predikant te Dartmouth
(”Gods onbegrijpelijke liefde”, 1664)