Israël „oudste broeder”? Pas op!
Israël onze oudste broeder noemen? Sympathiek. Maar pas als christen wel op hoe die woorden bij Joden overkomen. „Zij verbinden ”oudste broer” met Kaïn, Ismaël en Ezau.”
Die waarschuwing gaf drs. Wim Nieuwenhuis (Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten) vrijdag mee aan de volgers van het webinar ”Jezus de Koning van de Joden?” Hij wees erop dat het „goed bedoeld, maar niet fijnzinnig” is als christenen Israël, en meer in ’t bijzonder het Messiaanse Jodendom, aanduiden als hun oudere broer. „Hebben we dan wel door welke connotatie deze woorden in de Joodse traditie hebben? De oudere broer Kaïn sloeg de jongere broer Abel dood, de oudere broer Ismaël moest plaatsmaken voor de jongere broer Izaäk. Tegen Rebekka zegt God: de oudere broer zal de jongere dienen”, aldus de theoloog.
Het webinar was georganiseerd door de theologische werkgroep van ”Toward Jeruzalem Counsel II”, in samenwerking met de Jules Isaac Stichting. Het gesprek ging onder meer over de Joodse identiteit van de kerk en over het contact tussen christenen, Messiasbelijdende Joden en orthodoxe Joden.
Uitgangspunt voor de internet-workshop was het in 2021 uitgekomen boekje ”Jesus, King of the Jews? Messianic Judaism, Jewish Christians and Theology Beyond Supersessionism”. Veel discussies over dit onderwerp zijn samen te vatten, aldus dr. Michael Mulder (Theologische Universiteit Apeldoorn), in de vraag: „Is Jezus, ook na Zijn opstanding, nog specifiek Koning der Joden? En is hij Koning van alle Joden, ook van hen die Jezus niet als Messias belijden?”
Als Hij nog altijd de Koning der Joden is, vervolgde Mulder, zou de christelijke kerk zich dan niet meer moeten inspannen om binnen de kerk ruimte te bieden aan Joden die, zonder hun jood-zijn op te geven, Jezus als hun Messias belijden?
Teleurgesteld
De christelijke kerk moet blij zijn dat zij in het heil van Gods volk mag delen, stelde ds. Jacco Overeem (Protestantse Kerk in Nederland, Woerden). „En laten we daar in prediking, catechese of Bijbelkringen alert op blijven. Hoe gauw gaan we, als we een Bijbelgedeelte lezen, niet over op de vraag: wat heb ík er aan? Volgende week is het Goede Vrijdag. Stel dat ik een preek zou houden over het opschrift op het kruis en zou uitleggen wat het betekent: Jezus als de Koning van de Joden. En ik me daartoe zou beperken. Gaan de mensen dan teleurgesteld naar huis? Omdat het niet direct over hén ging?”
Dat laatste zou niet terecht zijn, poneerde de predikant. „Stel dat je, na het overlijden van je vader, op zolder zijn dagboek vindt. Dat ga je met aandacht en betrokkenheid lezen. Sommige stukken gaan over jou, andere over je moeder of broers. Scheur je die laatste delen er dan uit en gooi je die weg? Het is toch niet zo erg dat ze niet over jou gaan? Ze zijn wel van jullie aller vader en zeggen iets over hem.”
Of Messiasbelijdende Joden een „brug” kunnen vormen tussen de traditionele kerken en orthodoxe Joden is zeer de vraag, stelde Nieuwenhuis op het webinar. „Orthodoxe Joden herkennen zich vaak helemáál niet in hen.”
Maar wie naar heling verlangt, moet wel opmerken wat Gods Geest nu in Israël aan het doen is, aldus de theoloog. „Ik doel op de goede verhoudingen die er groeien tussen Messiasbelijdende Joden en Arabische christenen. Zij erkennen en steunen elkaar als broeders. Dat is iets heel bijzonders. Dat Izaäk en Ismaël weer een verbinding aangaan. Het is een wonder en teken van de Eindtijd dat God deze eenheid gaat herstellen.”