Donderdag en vrijdag beslissen de regeringsleiders en staatshoofden van de 25 EU-lidstaten of en zo ja wanneer de EU met Turkije toetredingsonderhandelingen gaat beginnen.In het vliegtuig terug naar Nederland toonde Balkenende zich dinsdag voorzichtig positief over zijn gesprek met Schüssel. „De kwestie Turkije ligt intern in Oostenrijk moeilijk, maar Schüssel denkt mee over een oplossing en is coöperatief."

Oostenrijk is tot nog toe een van de dwarsliggers binnen de EU, die niet zo maar akkoord willen gaan met toetredingsonderhandelingen met Turkije en liever zien dat de EU Turkije een gepriviligieerd partnerschap in het vooruitzicht stelt in plaats van een volwaardig lidmaatschap. „Oostenrijk heeft een eigen en afwijkende opvatting; ze staan kritisch tegenover Turkije. Ik heb de gevoeligheden genoteerd, en zo zijn we weer een stap verder in de voorbereiding", aldus Balkenende.

Hij wees er op dat Schüssel „weet wat de EU in 1999 en 2002 heeft afgesproken over Turkije". Toen kreeg Turkije op een EU-toppen in Helsinki (1999) de status van kandidaat-lid van de EU. In Kopenhagen (2002) werd afgesproken dat de EU-leiders in december 2004, onder Nederlands voorzitterschap, zullen beoordelen of Ankara voldoet aan de politieke Kopenhagen-criteria die gaan over democratie, mensenrechten en rechtsstaat. Als het antwoord ja luidt, dienen de onderhandelingen met Turkije „onverwijld" te beginnen, stelden de EU-leiders toen.