Student kampt met kamertekort
Wageningen is door de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) uitgeroepen tot Studentenkamerstad van 2021. De bond reikt de prijs jaarlijks uit aan de stad die zich het beste inzet voor studentenhuisvesting. Student Lisa Waverijn uit Wageningen: „Ik had binnen drie weken een kamer.”
De belangrijkste reden dat Wageningen zo goed scoort op het gebied van studentenhuisvesting is vanwege de woongarantie die de gemeente geeft, zegt Ama Boahene, voorzitter van de LSVb. „Dat houdt in dat de gemeente de garantie biedt dat alle studenten die in Wageningen willen wonen en zich in september inschrijven, voor 1 mei een kamer hebben.”
In de tussenliggende periode van september tot mei worden eerstejaars ondergebracht in tijdelijke huisvesting of kunnen ze in het uiterste geval op een studentencamping staan. „De camping is verre van ideaal, maar positief als je het vergelijkt met het weinige dat steden als Rotterdam en Delft voor hun studerende inwoners doen”, aldus de vakbondsvoorzitter. Rotterdam en Delft scoren het slechtst in het onderzoek dat de LSVb deed naar twaalf studentensteden.
Wageningen zorgt er elk jaar weer voor dat er genoeg woonruimte beschikbaar is voor de bijna 8700 studenten. Dat doet de Gelderse stad in samenwerking met studentenhuisvester Idealis. Die beheert zo’n 5600 kamers in Wageningen en Ede. „Idealis bouwt veel nieuwe complexen en biedt betaalbare kamers aan”, aldus Boahene. De studentenvakbond vindt dat particuliere verhuurders in Wageningen nog wel flinke prijzen rekenen voor kleine kamers. Dat is volgens de vakbond dan ook een punt van verbetering voor de gemeente Wageningen.
Behalve Idealis zet ook Wageningen University zich in voor de huisvesting van eerstejaarsstudenten. De instelling, die dit jaar voor de 17e keer op rij verkozen is tot beste universiteit van Nederland, is met name actief in het onderbrengen van internationale studenten. Boahene: „Het is een wisselwerking. Omdat Wageningen University zo goed bekendstaat, willen veel mensen er studeren. En aangezien de universiteit een aanzienlijk aantal studenten trekt, wil de gemeente ook betaalbare huisvesting bieden.”
Wageningen heeft als voordeel dat het een relatief kleine stad is, geeft Boahene toe. Het aantal te huisvesten studenten is daardoor te overzien. „Als je het vergelijkt met steden als Rotterdam, Amsterdam en Utrecht, is het aantal mensen dat überhaupt op zoek is naar een woning relatief laag.”
Waar Wageningen goed scoort op studentenhuisvesting, staan Delft en Rotterdam hun studerende inwoners minder adequaat bij. In beide steden zijn er volgens de LSVb veel regels die verkamering tegengaan. Zo probeert de gemeente te voorkomen dat een eengezinswoning of appartement opgedeeld wordt in meerdere studentenkamers.
„In Delft weert de gemeente studenten uit sommige wijken, omdat ze bang is dat ze overlast veroorzaken”, aldus Boahene. De gemeente Rotterdam heeft een stop gezet op het realiseren van extra kamers, waardoor de huurprijzen in de particuliere sector hoog opgelopen zijn. „Daardoor is het nog moeilijker om onderdak te vinden”, aldus Boahene.