Opinie

Zes dochters

14 December 2004 11:42Gewijzigd op 14 November 2020 02:00

„De prins is dood, de prins spreekt.” De afgelopen zaterdag in de Nieuwe Kerk in Delft bijgezette prins Bernhard blijkt in het geheim zo’n twintig uur lang gesproken te hebben met journalisten van de Volkskrant, zelfs zonder medeweten van koningin Beatrix en van de Rijksvoorlichtingsdienst.De interviews zijn openhartig en bevatten tal van details die eerder slechts in zeer kleine kring bekend waren. De uitdrukking dat iemand nog spreekt nadat hij gestorven is -in reformatorische kring niet onbekend- krijgt hiermee een nieuwe betekenis.

Er bestaat ook geen twijfel over de echtheid van de uitlatingen van de prins: hij corrigeerde zelf de teksten en zette in mei 2003 zijn handtekening eronder.

Het was de nadrukkelijke wens van de prins dat de publicatie van de interviews pas zou gebeuren na zijn overlijden. Het is goed dat ook gewacht is tot na de uitvaart. Minder fijngevoelig is de inhoud van de interviews, die vandaag in een 24 pagina’s tellende bijlage verschenen. Dat betreft niet alleen de toon van de gesprekken. Die zijn zo letterlijk weergegeven dat het platte taalgebruik van de prins stuitend is en alle waardigheid mist die je zou verwachten bij iemand van zijn statuur.

Onthutsend is vooral de geringschattende manier waarop de prins spreekt over de dood. „Ik sta volkomen onverschillig tegenover de dood.” De uitdrukkingen die hij daarbij gebruikt zijn niet die van een christen die met de Heidelbergse Catechismus mag getuigen dat de dood geen betaling is voor zijn zonden maar slechts een afsterving van de zonden en een doorgang tot het eeuwige leven.

Over dat leven na dit leven is de prins niet zo breedsprakig geweest. Daarover zei hij slechts dat wist dat hij voor God verantwoording zal moeten afleggen. Die notie heeft hem er echter niet toe gebracht om al tijdens zijn leven verantwoording af te leggen aan zijn omstanders.

Als Salomo zegt dat wie zijn overtredingen bekent en laat, barmhartigheid zal verkrijgen, doelt de koning-dichter vooral op het schuld belijden ten opzichte van God. Echter, iemand die zo’n hoge publieke positie bekleedt en bovendien tot het eind van zijn leven helder en goed bij zijn verstand is, behoort voor zijn dood ook publiek zijn schuld te erkennen.

Dat klemt vooral waar de prins zonder gêne een boekje open doet over zijn buitenechtelijke escapades. De Franse dochter Alexia was vorige week telkens in het nieuws, maar het bestaan van de Amerikaanse dochter Alicia was alleen aan het hof bekend. Buitenechtelijke relaties komen -helaas- ook in koningshuizen voor. Dat is niet nieuw, evenmin als het feit dat er soms maanden of jaren overheen gaan voor iemand het zondige daarvan inziet. Ook David erkende zijn misstap pas nadat God hem een profeet zond. Bij Bernhard lezen we niets over spijt of berouw.

De publicatie van deze feiten stemt daarom tot verdriet. Christenen mogen zulke misstappen niet negeren of verzwijgen. De Bijbel is daarover ook duidelijk in de necrologieën en kronieken van de koningen van Israël, waarin hun zonden niet worden verbloemd. Bernhards misstappen bedekken met de mantel der liefde kan niet nu hij die zelf heeft weggetrokken.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer